Maak de onzichtbare hand van de markt zichtbaar met data
Waar is de data die bewijst dat de vrije markt ook echt werkt?
Vrije markten zorgen voor een prijsevenwicht, ‘automagisch’: vraag en aanbod van goederen bereiken automatisch en efficiënt een evenwicht. Dat noemen we de onzichtbare hand. Maar ik ben een datawetenschapper, ik doe niet aan automagisch. Geen waarnemingen betekent dat het fenomeen niet bestaat. Computer says no.
Als er een motor is die de markt aandrijft, wil ik die vinden. Als ondernemer wil ik zelfs geld verdienen aan het beter inspelen op deze onzichtbarte krachten. Sterker nog, met de komst van de data-economie zal dit waarschijnlijk het belangrijkste bedrijfsmodel worden.
Datawetenschap raakt vele (zo niet alle) wetenschappelijke onderzoeksgebieden. Paradigma’s, theorieën en concepten kunnen nu worden getest tegen echte data. En zelfs het fundamentele paradigma van onze tijd, de onzichtbare hand, de hoeksteen van de vrije marktfilosofie, moet de datatest ondergaan.
De opkomst van computationele wetenschappen
Economie, een van de sociale wetenschappen, is niet immuun voor wetenschappelijke vooruitgang. Een duidelijke paradigmaverschuiving vond plaats toen de economie mensen begon te zien als irrationele wezens, iets wat gedragseconomie evangeliseert. Maar zelfs die transformatie hield niet stand. Datawetenschap stelt deze inzichten ook aan de kaak, iets dat ik persoonlijk heb ervaren bij uitvoeren van experimenten toen ik nog voor het datascience-team van Booking.com werkte.
“We staan nog maar aan het begin van de verdere dataficatie”
Het is steeds makkelijker om data te krijgen waarmee je je aannames, je model van de wereld en de bijbehorende theorieën kan testen. We staan nog maar aan het begin van de verdere dataficatie van de wetenschappelijke methode. Parallel aan de opkomst van datawetenschap, als een opzichzelfstaand onderzoeksgebied, krijgen verschillende onderzoeksgebieden ook een computationele versie van zichzelf, naast de traditionele economie is er nu dus computationele economie.
In Adam Smith we trust, all others bring data
Om je geheugen op te frissen; in een vrije markt, zonder beperkingen opgelegd door de overheid, koopt een afnemer bij de aanbieder die het minst vraagt. Daarom moet je je prijs verlagen of iets beters bieden dan je concurrent. Wanneer genoeg mensen iets willen, wordt het door de markt geleverd en is iedereen gelukkig.
“Het is tijd om betere data te verzamelen over de hoeksteen van onze samenleving.”
Dit klinkt eerlijk en zeer efficiënt. Maar is dat echt zo? Wat zegt de data ons? Dat weten we niet. Er is nooit echt data geweest. Veel mensen hebben ook niet veel aandacht besteed aan het nauwkeurig testen van het paradigma van de vrije markt. Maar tijden veranderen. Het is tijd om betere data te verzamelen over de hoeksteen van onze samenleving.
Ondernemingen hebben al wat relevante data in handen, en misschien is dit wel het goud waar iedereen naar op zoek is. Big Tech – Amazon, Uber, Alibaba, enzovoort – is bezig met het doen van eigen marktexperimenten. Niet alleen de e-commerce wordt beïnvloed, want in een gedecentraliseerde energiemarkt bijvoorbeeld, zullen het platforms zijn die vraag en aanbod matchen. Het platform met de slimste algoritmes zal hier rijkelijk beloond worden.
“Het is tijd om betere data te verzamelen over de hoeksteen van onze samenleving”
Deze technologiebedrijven bouwen zo mee aan de maatschappij en via hun algoritmes implementeren ze ook een bepaald idee van eerlijke en efficiënte markten. Moeten we deze markten reguleren? Willen we dat wel? En hoe moeten we dat eigenlijk doen? Normaal zou ik zeggen dat meer onderzoek nodig is, en dat zou het dan zijn. Maar deze keer ga ik zelf de uitdaging aan. Ik zal de sprong in het diepe wagen, hopend om op een dag weer boven water te komen. Ja, ik begin met een PhD over dit onderwerp…
Laten we even teruggaan naar wat ik duidelijk wilde maken:
Datawetenschap raakt vele (zo niet alle) wetenschappelijke onderzoeksgebieden. Paradigma’s, theorieën en concepten kunnen nu worden getest tegen echte data. Zelfs het fundamentele paradigma van onze tijd, de onzichtbare hand, de hoeksteen van de vrije marktfilosofie, moet de datatest ondergaan
Arjan “Hey, een vlindertje, wat leuk!” Haring
Een PhD afronden vereist laserfocus
Laten we nog een beetje vrij associëren. Waarom niet? Dat kan toch helemaal geen kwaad? Zogenaamde externaliteiten, negatieve gevolgen van economische activiteiten, kunnen ook worden gemodelleerd in het marktontwerp en marktplaatsen als ze verder worden gedigitaliseerd. Bij het lezen van het laatste boek van Bas Haring (inderdaad familie, meer specifiek mijn neef ) ‘Waarom cola duurder is dan melk‘, inspireerde het volgende voorbeeld mij erg:
Laten we ons een nabije toekomst voorstellen waarin alle kleding vol zit met sensoren. Een T-shirt dat in zo’n economie wordt gekocht, wordt ten alle tijden gevolgd. Als het T-shirt door de eigenaar zou worden gedragen, zou er niets gebeuren. Maar als het T-shirt langer dan een jaar niet gedragen wordt, zou het T-shirt een signaal kunnen afgeven: “Deze relatie werkt niet voor mij, ik ben weer beschikbaar op de markt”.
Dan kunnen negatieve gevolgen van overconsumptie in het systeem worden teruggevoerd. En dat zou ook kunnen gelden voor overproductie… maar zoals ik al zei, ik dwaal af.
Samenvattend:
We begrijpen de impact van de dataficatie van onze economie nog niet volledig. Verre van. In theorie kunnen we in de data-economie markten beter afstemmen op de samenleving die we willen hebben. En als ik ooit een PhD wil afronden, kan een beetje meer focus geen kwaad.