De toekomst van AI: Van hype naar commodity
Hoe de democratisering van kunstmatige intelligentie de bedrijfswereld zal transformeren. ~ AI, met name generative AI, is in rap tempo een commodity aan het worden. Dit zal de bedrijfswereld transformeren en biedt tegelijkertijd nieuwe kansen voor Europa. Succesvolle organisaties zijn diegene die in staat zijn de nieuwe mogelijkheden ten volste te benutten in het innoveren van hun producten en het creëren van toegevoegde waarde voor en met hun klanten. Bedrijven moeten hun medewerkers daarom flink laten experimenteren met AI.

In de grote en harde geopolitieke strijd lijken Amerika en China winnaars te zijn met een dominante positie in de platformeconomie en een voorsprong in de ontwikkeling van artificiële intelligentie. Toch zijn de kansen voor Europa nog niet bekeken. Met name Generative AI en zogeheten Large Language Models (LLM) zijn bezig om in rap tempo een commodity te worden: een standaardproduct of -dienst, vergelijkbaar met basisgoederen zoals water, elektriciteit of graan. En dat heeft ingrijpende strategische en concurrentiële gevolgen.
AI (LLM, chatbots) worden een commodity
De kosten van AI dalen rap, elk half jaar weer, exponentieel zelfs volgens Bain & Company. De komende jaren met een factor 10 per jaar, en de mogelijkheden nemen gestaag toe. Om het gebruik van AI aan te moedigen (en op zoek naar nuttige toepassingen) worden steeds meer modellen gratis voor een breed publiek opengesteld. Het bedrijf OpenAI zette hiermee eind 2022 een alles veranderende stap, door AI als chatbot aan te bieden (communiceren en vragen stellen via zogeheten ‘prompts’). Dit zorgde voor een nieuwe AI-hype en wist in korte tijd de meest gebruikte AI te worden.
Intussen groeit het aantal aanbieders verder door en zijn OpenAI, Meta, Google al lang niet meer de enige. Ook Elon Musk probeert het met zijn eigen AI-assistent, Grok. Onlangs schudde het Chinese DeepSeek de boel verder op door met een capabele variant te komen die op een veel goedkopere manier ontwikkeld zou zijn. DeepSeek heeft gebruikgemaakt van beschikbare open source (LLM) softwaremodellen, net als Meta, waarmee ontwikkelaars kunnen voortbouwen op elkaars werk. Dit alles stuwt de ontwikkelingen alleen nog maar meer.
Intussen begint het vele aanbod van chatbots steeds meer op elkaar te lijken, qua mogelijkheden. Het onderscheid tussen de verschillende aanbieders is steeds minder duidelijk en kan mogelijk verdwijnen. En ze worden steeds betaalbaarder en toegankelijker. AI wordt dan steeds meer uitwisselbaar. Kortom, AI begint alle kenmerken te vertonen van een commodity, zoals andere alledaagse IT. De weg is dus vrij voor grootschalige adaptatie van AI.
Door de vele concurrentie is het bovendien vooralsnog niet waarschijnlijk dat er een ‘winner takes it all’ situatie zal ontstaan, zoals we bij diverse technology platforms hebben gezien. Er lijkt bij AI volop ruimte voor meerdere aanbieders en er lijken geen grote overstapdrempels te hoeven zijn zolang de AI en de interfaces (om ze mee te gebruiken, zoals de prompts) vergelijkbaar en uitwisselbaar zijn.
Nieuwe concurrentieverhoudingen
De focus nu gaat verschuiven naar innovatie in de toepassingen en de manier waarop AI wordt gebruikt om specifieke problemen op te lossen of waarde te creëren. Het huidige leiderschap van de Verenigde Staten en China is dus niet vanzelfsprekend in de toekomst. Dit betekent volop kansen voor bedrijven en samenlevingen om aan de slag te gaan met AI, ook in Europa.
Eerlijk gezegd, heeft Europa geen bijzonder sterke reputatie wat betreft digitalisering en de inzet van digitale middelen ter verbetering van de arbeidsproductiviteit en het innoveren van producten en diensten. Veel Europese landen lopen hopeloos achter met digitalisering. Het zijn juist de VS en China met een enorme innovatie-mindset die volop experimenteren met het toepassen van AI. Een extra grote uitdaging dus voor Europa.
Hoe kunnen organisaties inspelen op deze ontwikkeling?
De hoge snelheid van AI maakt de toekomst extra spannend en onzeker. Doorbraken, nieuwe innovaties of verandering van de markt, kan onverwacht komen en uit onverwachte hoek. Voortdurend de ontwikkelingen blijven monitoren is daarom essentieel.
Door alle hypes heen kijkend: de echte impact van AI is niet gelegen in het vergroten van de efficiency van bestaande business. De toekomstige winnaars zullen die organisaties zijn die AI nuttig weten in te zetten in het creëren van waarde en het transformeren van hun business. Waaronder het verregaand personaliseren van het klantcontact.
AI zou je kunnen zien als een nieuw ‘materiaal’ in de mix van materialen, waarmee je producten en diensten kunt ontwerpen. Wat als productontwikkelaars, user interaction designers, klanten en ontwerpers samen tot nieuwe ideeën komen?
Organisaties kunnen dus beter niet afwachten: laat je medewerkers experimenteren met de vele beschikbare AI-chatbots. Laat ze zich verwonderen en nieuwe mogelijkheden ontdekken. En bouw van daaruit verder aan het verbeteren van je organisatie, je aanbod en klantrelaties.
De uitdaging voor organisaties zal steeds meer liggen in het identificeren, ‘vangen’, opslaan en organiseren van alle unieke (expliciete, impliciete) kennis, ervaring en vaardigheden die een organisatie bezit. AI kan helpen om de vele verzamelde data bruikbaar, bevraagbaar, werkbaar, analyseerbaar te maken.
Het betekent ook leren omgaan met de niet eenduidige uitkomsten die AI kan geven (Microsoft heeft daar een leerzame handleiding voor ontwikkeld; het toekomstige Office-pakket zal als functie hebben bedrijfsprocessen verder te ondersteunen, niet om documenten aan te maken). De kwaliteit van personeel zal steeds doorslaggevender worden voor het langeretermijnsucces van een organisatie. AI is zo goed als de mensen die ermee omgaan en het ‘managen’.
Afbeelding: grondstoffen zijn typische commodity producten. by Jandira Sonnendeck on Unsplash.