Het ecosysteem van de deeleconomie

28 januari 2016, 14:00

De deeleconomie geniet een steeds grotere bekendheid. De term en de organisaties die er vaak mee geassocieerd worden zoals Airbnb en Uber, verschijnen bijna dagelijks in de media. Het is echter niet altijd even duidelijk wat wel en wat niet tot de deeleconomie behoort. En hoe de deeleconomie er ‘van binnen’ uitziet. Daarom dit ecosysteem.

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Pieter van de Glind, co-founder van shareNL

Wat is de deeleconomie?

De deeleconomie in de ruime zin van het woord bestaat uit economische systemen van decentrale netwerken en marktplaatsen die de waarde van (onderbenutte) goederen en diensten ontsluiten door vraag en aanbod direct bij elkaar te brengen. Een mogelijke uitkomst hiervan is dat traditionele en institutionele tussenpersonen overbodig raken. Denk bijvoorbeeld aan het onderling lenen en huren van goederen via Peerby, zonder tussenkomst van een bouwmarkt, het huren van accommodatie via Airbnb zonder tussenkomst van een hotel, of het afnemen van een rit via Uber, zonder tussenkomst van een taxicentrale.

Klik op de afbeelding om te vergroten.

Deeleconomie-initiatieven classificeren

Net als binnen de ‘reguliere economie’ kan de deeleconomie geclassificeerd worden aan de hand van markten en handelsvormen. Op dit moment zijn er binnen tien markten deelplatformen actief: goederen, ruimte, kennis, energie, mobiliteit, logistiek, zorg, geld en diensten. Binnen deze tien markten, weergegeven in het ecosysteem, spelen verschillende handelsvormen (kopen, huren, lenen, geven, ruilen, delen) een rol.

Binnen de deeleconomie onderscheiden we twee organisatievormen. De meest bekende organisatievorm van de deeleconomie is het peer-to-peer-platform, ook wel de persoon-tot-persoon-marktplaats. Hier worden bezoekers in staat gesteld om vraag en aanbod direct bij elkaar te brengen. Denk aan een app of website waar mensen spullen kunnen kopen of lenen van anderen. Het schoolvoorbeeld van de online peer-to-peer-marktplaatsen in Nederland is Marktplaats.nl, waar miljoenen Nederlanders spullen aan elkaar verkopen. Het bekendste leenplatform is Peerby.

Een variant van het peer-to-peer-platform is het coöperatief. De coöperaties binnen de deeleconomie worden gekenmerkt door kleinschalige groepen mensen die gezamenlijk in een behoefte voorzien. Denk aan zzp’ers die een ‘Broodfonds’ oprichten om zich tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren of buren die gezamenlijk investeren in zonnepanelen.

De tweede organisatievorm binnen de deeleconomie is de peer-to-business-to-peer-marktplaats. Oftewel een marktplaats waarbij een bedrijf als intermediair fungeert tussen twee personen. Hier wordt net als op een peer-to-peer-marktplaats privébezit verhandeld, maar de vrager en aanbieder ontmoeten elkaar niet direct. Denk bijvoorbeeld aan Iambnb dat als serviceprovider appartementen van particulieren verhuurt via Airbnb terwijl zij op vakantie zijn. Of denk aan ParkFlyRent, een bedrijf dat de auto’s van particulieren die op reis gaan verhuren aan inkomende reizigers op een luchthaven.

De reguliere economie

Het reguliere bedrijfsleven levert al lang producten en diensten aan consumenten. Veel bedrijven doen dat nog op ‘traditionele’ wijze. Zij vallen binnen het ecosysteem onder de categorie business-to-consumer.

Er bestaat echter ook een groeiende groep bedrijven die zich richten op de principes van de deeleconomie. Zij bieden op eenzelfde wijze toegang tot een product of dienst. Zo bieden veel autofabrikanten inmiddels vloten van deelauto’s aan. Denk aan Daimler-Benz dat Car2Go ontwikkelde of BMW dat in samenwerking met Sixt, DriveNow in steeds meer landen lanceert. Deze bedrijven zien de eigen klanten niet als consument maar als peer. Door huurauto’s op de plaats en de tijd waarop de klant de auto nodig heeft aan te bieden, zijn zij in staat om te concurreren met het lokale aanbod van particulieren op peer-to-peer platformen.

Bedrijven die hier in slagen bevinden zich dicht bij de deeleconomie en vallen binnen het ecosysteem onder de categorie business-to-peer.

Checklist voor het classificeren van initiatieven binnen en rondom de deeleconomie:

1) Wat is de organisatievorm?

Peer-to-peer | peer-to-business-to-peer | business-to-peer | business-to-consumer.

2) Welke handelsvormen zijn er te onderscheiden?

Kopen | huren | lenen | geven | ruilen | delen.

3) In welke markt is het initiatief actief?

Goederen | ruimte | mobiliteit | logistiek | energie | geld | eten | zorg | kennis | diensten.

Veelgestelde vragen

Wat is het verschil tussen de deeleconomie en de reguliere economie?

De deeleconomie is een onderdeel van de economie. Binnen de deeleconomie zijn de producten en diensten die verhandeld worden in bezit van een individu, of een groep mensen verenigd in een coöperatief. Buiten de deeleconomie worden net zo goed goederen verhuurd en diensten geleverd, maar hier bezit een bedrijf of andere organisatie de goederen en diensten.

Kortom, binnen de deeleconomie vindt er handel plaats tussen privépersonen. Buiten de deeleconomie vindt er handel plaats tussen bedrijven en tussen bedrijven en privépersonen.

Hoe zit het met business-to-business?

Het reguliere bedrijfsleven handelt al heel lang onderling. Efficiency, het zo goed mogelijk benutten van bestaande capaciteit, is altijd al van belang. Het gedachtengoed van de deeleconomie kan bedrijven in staat stellen om de bestaande capaciteit nog beter te benutten. Er ontstaan dan ook steeds meer business-to-business-marktplaatsen die bedrijven in staat stellen om onderling producten en diensten te verhandelen. Denk aan ziekenhuizen die onderling medische apparatuur verhuren of een bedrijventerrein waar de verschillende bedrijven hun overcapaciteit aan elkaar verhuren.

Hoe commercieel zijn deelplatformen?

In het maatschappelijke debat komt vaak de vraag terug of organisaties uit de deeleconomie feitelijk ‘delen’ faciliteren, vaak begeleid door een statement dat er bij ‘delen’ geen sprake hoort te zijn van financiële transacties of winsten voor de platformorganisatie.

Binnen de deeleconomie verschillen de businessmodellen flink. Variërend van bedrijven die een helder winstoogmerk, en soms aandeelhouders, hebben tot sociale ondernemingen die naast financiële winst ook maatschappelijke winst nastreven. En organisaties die de winst van de onderneming delen met de eigen gebruikers en ‘de planeet’. Het sociale karakter dat vasthangt aan de term deeleconomie zegt dus niet per definitie iets over de manier waarop de ondernemingen binnen de deeleconomie georganiseerd zijn.

Wat is nieuw aan de deeleconomie?

De deeleconomie bestaat al eeuwenlang offline. Tot op de dag van vandaag bestaan er allerlei ruil,- rommel- en tweedehandsmarkten. Ook zijn er steeds meer openbare boekenkasten en ruilhuisjes waar individuen vrijelijk boeken en andere spullen in kunnen zetten en uit kunnen halen. Daarnaast lenen mensen regelmatig offline spullen uit aan buren of aan vrienden en familie.

Het grote verschil wordt gemaakt door de mogelijkheden van het internet. De eeuwenoude deeleconomie beleeft een schaalsprong dankzij de moderne technologie. Daardoor kunnen we op steeds grotere schaal onderling producten en diensten verhandelen. Dit komt doordat de deelplatformen digitale middelen ontwikkelen die deze ‘onderlinge handel’ zo eenvoudig maken dat het toegankelijk wordt voor iedereen met de beschikking over een internetverbinding.

Bovendien zorgen de platformen voor vertrouwen tussen onbekenden waardoor transacties ook buiten de bestaande persoonlijke netwerken van mensen tot stand komen.

Hoe verhoudt de deeleconomie zich tot Marktplaats.nl of eBay?

Marktplaats.nl is een veteraan binnen de deeleconomie. Het vormt een vroege variant waarbij mensen onderling spullen aan elkaar verkopen. Veel van de nieuwere deelplatformen richten zich op huren in plaats van kopen, maar de peer-to-peer organisatievorm blijft hetzelfde.

Harmen van Sprang
co-founder bij shareNL

Harmen van Sprang is co-founder van shareNL, het Nederlandse kennis- en netwerkplatform voor de deeleconomie. Samen met mede-oprichter Pieter van de Glind en zijn team adviseert en begeleidt Harmen startups, bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen in binnen- en buitenland. Daarnaast zijn Harmen en Pieter de initiatiefnemers van Amsterdam Sharing City en Sharing Week. In het voorjaar van 2016 verschijnt van hun hand een businessboek, genaamd ‘Share.'

Categorie
Tags

3 Reacties

    Sander Duivestein

    Hi,

    Allereerst mijn dank voor het artikel en de bijgaande figuur.

    Toch heb ik het gevoel dat er iets aan de figuur, een extra laag ofzo, ontbreekt. In de figuur staan allemaal partijen die bemiddelen, dus in de value chain iets van de toegevoegde waarde afknabbelen, naar zich zelf toeschuiven. Volgens mij is het in alle gevallen geld, voor de gedane bemiddeling, voor de frictie die ze ervaren.

    Over de rug van cryptocurrencies zie je nu ook een aantal bedrijven ontstaan die zaken voor niets doen. Dus een frictieloze economie voor oog hebben. Denk aan La’Zooz (categorie mobiliteit), OpenBazaar (categorie goederen), Bitcoin (geld). Volgens mij hoort dit een soort innercircle te zijn.

    Anyways, wat zijn je gedachten hierover?

    Grtz,

    Sander


    28 januari 2016 om 15:01
    Maurice Smit

    Jammer dat de kwalificatie niet het businessmodel impliceert. Winst voor de aandeelhouders of de maatschappij? Als dat in het plaatje kan worden ingekleurd maken we een stap vooruit! Nu blijft voor mij als consument alleen de prijs weer over als criteria en zijn we weer terug bij de oude economie waar alles om de centen draait. Niet echt heel inspirerend toch ShareNL om je hard voor te maken? Of ben ik dan te kort door de bocht?


    31 januari 2016 om 17:32
    Pieter van de Glind

    Dank Sander en Maurice,

    Jullie feedback over de ‘achterkant’ van de beschreven organisaties is van belang. Wij zijn het absoluut met jullie eens dat er een belangrijk onderscheid bestaat tussen bedrijf A, een social enterprise, of bedrijf B met investeringsgeld dat flinke winsten moet gaan maken, of bedrijf C een open source onderneming waar de gecreëerde waarde binnen de gemeenschap blijft.

    Het is van belang om te onderschrijven dat de voorkant van de deelplatformen (en andere bedrijven) die in het ecosysteem staan, niets zet over hoe de platformen aan de achterkant georganiseerd zijn. Zowel Blablacar als La’Zooz zijn aan de voorkant peer-to-peer rittendeelplatformen. Maar de organisatie en governance structuren van de twee organisaties verschillen enorm.

    Jullie kunnen erop vertrouwen dat wij dat onderscheid helder maken in onze geschreven stukken, onderzoeken en presentaties. Het doel van dit ecosysteem was echter om de deeleconomie te definiëren en te categoriseren op een manier die onderzoekers, het bedrijfsleven en overheden kan helpen om het fenomeen te bevatten. Het meenemen van de achterkant van de platformen was simpelweg een brug te ver in dit ecosysteem. Wel hebben we bijvoorbeeld voor Wikipedia gekozen als voorbeeld van peer-to-peer kennis delen.

    Nogmaals hartelijk dank voor de feedback. Blijf kritisch en blijf gerust reageren.

    Hartelijke groeten,


    5 februari 2016 om 14:37

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!