Een digitaal museum als wervingstool
‘s Heeren Loo Zorggroep is een zorginstelling die mensen met een verstandelijke beperking helpt hun leven in te vullen zoals zij dat zelf willen. En dat doet het al sinds 1891. Het werd tijd om die ruim 120 jaar historie eens vast te leggen. Dat gebeurde in een boek, maar eerder deze maand opende het ook een digitaal museum. In 15 virtuele kamers wordt in de geschiedenis van het eigen bedrijf getoond in tekst, maar ook met video's van inwonenden, medewerkers en andere betrokkenen van de instelling. Artwin Nuhn, hoofd concerncommunicatie, vertelt over dit opvallende initiatief.
Artwin, waarom hebben jullie gekozen voor een digitaal museum?
De aanleiding voor ons digitaal museum is ons 120-jarig jubileum. Met het digitaal museum willen we ons positioneren als dominante partner en daarmee als grootste speler binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg, met issues die er echt toe doen. Want eigenlijk loopt onze geschiedenis parallel aan de geschiedenis van de hele sector. Wij vinden dat geschiedenis ertoe doet, omdat het goed is om te weten waar je vandaan komt, als je wilt weten waar je naartoe wilt. Op basis van welke kernwaarden je nu en straks bestaansrecht hebt.
Vandaag de dag kiezen jongeren meer dan ooit voor organisaties met een uitgesproken identiteit om zich mee te associëren, mee te verbinden. In de zorg is het altijd moeilijk geweest om nieuwe instroom van personeel te sturen. Met het digitaal museum willen we positie innemen en meer identiteit rond ons merk creëren, mede omdat niemand anders binnen onze sector dit doet.
Uiteindelijk hebben we gekozen voor een digitáál museum, om met name jongere doelgroepen mee aan te spreken. Met multimediale content en echt moderne vormgeving en technieken wilden we een portaal naar onze geschiedenis maken, die vooral heel toegankelijk is voor iedereen. En overal vandaan te benaderen is. We hadden ook een tentoonstelling kunnen organiseren op een van onze instellingsterreinen, maar daarmee bereiken we veel minder mensen.
Naast de genoemde jongeren en schoolverlaters die we willen aanspreken om ons imago positief te beïnvloeden als moderne werkgever, willen we natuurlijk graag ouders en verwanten aanspreken van mensen met een verstandelijke beperking, of ze nu al met ons samenwerken of niet.
Hoe is het digitaal museum tot stand gekomen?
De totale bouw van het digitaal museum heeft 2 jaar geduurd, gerekend vanaf de eerste gesprekken met studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), die verantwoordelijk zijn voor het hele concept. Verder zijn er heel veel vrijwilligers geweest die ons hebben geholpen met het zoeken van historisch materiaal, het ontsluiten van historische materiaal uit allerlei archieven en het digitaliseren ervan. Uiteindelijk heeft Bureau Louter uit Amsterdam de bouw van het digitaal museum voor haar rekening genomen. En het hele proces is onder voortdurende begeleiding geweest van een historicus.
Waar zijn jullie tegenaan gelopen bij de realisatie?
Eigenlijk is de complexiteit in eerste instantie door alle betrokken partijen wel onderschat. Met name het zeer multimediale karakter van een museum als dit is nog niet eerder toegepast bij een digitaal museum in Nederland. Verder bleek dat archieven lang niet altijd even goed bijgehouden zijn in het verleden. Zo blijkt dat we van de eerste 50 jaar van deze eeuw heel veel hebben gevonden, maar er over de jaren '50-'70 juist weer heel weinig informatie informatie te vinden was. Uiteindelijk hebben we van die jaren toch een mooi beeld weten te scheppen in het museum.
Welke technieken zijn gebruikt?
Het museum is gebouwd in Flash. Hier is bewust voor gekozen, ondanks de hedendaagse tendens om alles in HTML5 te bouwen. Natuurlijk hebben we die optie onderzocht, er bleek echter dat met name op het vlak van 'staging' (het binnenlopen van een kamer en dan direct rond kunnen kijken) Flash nog steeds een groot voordeel biedt boven HTML5. Wellicht is dit over 2 jaar anders, want ook HTML5 ontwikkelt zich, en dan kunnen we tegen die tijd andere keuzes maken.
Het museum is via de webinterface op dit moment ook goed te benaderen via mobiele devices. We komen echter eind oktober met een speciale app voor iOS devices, dus dan zijn we ook op de iPhone en iPad zeer toegankelijk.
Wordt het (beeld)materiaal dat hebben verzameld en ontwikkeld voor dit museum ook voor andere doeleinden?
Dat klopt, we hebben zelfs onze cliënten betrokken in de totstandkoming van ons beeld-en videomateriaal. En natuurlijk willen we deze content in de toekomst hergebruiken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld historische publicaties, campagnes en illustratief voor interne en externe communicatie.
Hoe promoten jullie het museum? En welke kanalen zetten jullie daarbij allemaal in?
We hebben voor onze eigen netwerken een e-mail verstuurd. Verder hebben we persberichten verstuurd en hebben we via sociale media als verschillende blogs, Facebook en Twitter flink ruchtbaarheid gegeven aan de lancering van het digitaal museum. Juist uit de reacties daarop werden we attent gemaakt op het feit dat we echt iets bijzonders in handen hebben. We overwegen dan ook nog een tweede golf aan publiciteit, maar dan bijvoorbeeld heel gericht op de historische sector.
Wat zijn de plannen voor het museum?
Ja, we willen het museum zeker gaan uitbouwen in de toekomst. We zien dan een plek met niet-statische content, in historische context. Denk hierbij aan digitale exposities, etc. In de bouw van het museum is rekening gehouden met de uitbreiding ervan in de toekomst. We hebben op dit moment 15 themakamers gelanceerd, maar er dus ruimte voor meer in de toekomst. Met de studenten van de HAN willen we bijvoorbeeld 1x per jaar kijken welke content van afgelopen jaar opgenomen zou moeten worden.