Een goede presentatie begint bij je publiek

8 februari 2016, 09:00

Begin bij de ander

Sommige sprekers staan nog geen twee minuten te vertellen als jij alweer afhaakt. Het lukt je met de beste wil van de wereld niet om je hoofd erbij te houden. Je wordt overvallen door een soort moeheid en het kost je veel energie om te volgen wat er gezegd wordt. Als je naar de spreker kijkt zie je een pratend hoofd. Er is niets in het verhaal dat je raakt, niets dat je gedachten prikkelt. Je hoort eigenlijk alleen maar woorden.

Dit soort sprekers maken vaak dezelfde fout: ze beginnen bij zichzelf. Ze starten met een verhaal over hun eigen achtergrond, hun eigen fascinatie of de historie van hun bedrijf. Of erger nog: ze openen met een voorbeeld waar jij niets van begrijpt.

You-I ratio

Presentatie-expert Peter Meyers noemt dit de ‘You-I ratio’. Als het goed is, zeg je meer ‘Jij’ dan ‘ik’ in de eerste minuten van je presentatie. De reden is simpel: luisteraars zijn vooral in zichzelf geïnteresseerd. Als je de aandacht wilt dan is het dus slim om direct met hun favoriete onderwerp te beginnen: de luisteraar zelf.

Iemand die dit als geen ander begrijpt is Ginni Rometty, de ceo van IBM. Er staan talloze presentaties van haar online. Maar welke presentatie je ook bekijkt: je zult zien dat ze in de eerste momenten altijd start bij haar publiek. Kijk maar eens naar de eerste minuten van haar presentatie tijdens de IBM Security Summit 2015:

Er zitten uitsluitend executives in de zaal dus het is logisch als je niet alles begrijpt. Maar wat duidelijk wordt, is dat ze direct al aanhaakt bij wat spreker Brandon voor haar gezegd heeft over het onderwerp en ze gebruikt dit om haar eigen twist aan het thema te geven.

Tijdens vrijwel iedere inleiding gaat ze in op wat er zojuist gezegd of gebeurd is. Dat is waar het publiek nog met zijn hoofd zit, dus het werkt goed om daar te starten. Zij stapt onze wereld in, wij hoeven niet in die van haar te stappen. Dat maakt het enorm aantrekkelijk om naar haar te luisteren.

Daarnaast zie je dat ze het onderwerp steeds terugdraait naar ons, het publiek. Ze zegt dingen als “Dit is natuurlijk waarom jullie hier met zovelen zijn” of “Dit kun je je misschien moeilijk voorstellen maar….”. Ze kiest keer op keer het perspectief van de luisteraar, de you. Daardoor voelen we ons gezien en gehoord ook al zeggen we niets terug.

Chris Anderson

De curator van TED, Chris Anderson, vergelijkt presenteren met een reis. Je leidt je publiek door jouw verhaal. Zijn advies: begin in de wereld van je luisteraar en neem ze vanaf daar bij de hand. Als Mozes niet naar de berg wil komen, dan moet de berg maar naar Mozes komen.

In de volgende presentatie doet Anderson dit met een raadsel, hij laat ons nadenken over een lastig vraagstuk: waarom krijgen sommige sprekers hun idee tussen onze oren en anderen niet? Wat maakt een TED talk nou echt goed?

Het raadsel is een fantastische manier om je publiek te betrekken bij je onderwerp. Je activeert hun hersenen en lokt ze het verhaal in. Je daagt ze uit om een oplossing te vinden. Het is een soort cliffhanger.

Veel goede sprekers en leraren gebruiken het raadsel om hun publiek te activeren en aangehaakt te houden tijdens de hele lengte van hun presentatie. We willen weten wat de oplossing is. Hoe loopt het af? Wat is het antwoord? Daarmee is het niet langer het belang van de spreker, maar dat van onszelf om alles te horen.

De vier geheimen van een sterke inleiding

Het goede nieuws is dat jij dit ook kunt. Met wat simpel denkwerk vooraf vergroot je jouw impact aanzienlijk. Dit zijn de vier geheimen van een een sterke inleiding:

  1. Zorg dat je You-I ratio op orde is: zeg tijdens je inleiding meer ‘jij’ of ‘jullie’ dan ‘ik’ of ‘wij’. Daardoor voelt je publiek zich direct meer aangesproken.
  2. Start bij je publiek. Bedenk je vooraf waar ze mee bezig zijn. Welk thema’s zijn belangrijk voor je publiek? Met welke dilemma’s worstelen ze? Welke vragen leven er? Als je hiermee begint heb je gegarandeerd alle aandacht.
  3. Als je een ervaren spreker bent dan loont het om on the spot aan te haken bij wat er zojuist gebeurd is. Zeg iets over de discussie die zojuist gevoerd is of haal een uitspraak van de vorige spreker aan. Gebruik dit om een brug te slaan naar jouw onderwerp.
  4. Start met een raadsel. Stel een uitdagende vraag die je publiek activeert om tijdens je hele presentatie aangehaakt te blijven.

Veel presentaties, maar ook mailtjes en reclameteksten, gaan helemaal niet over ons. De sprekers zetten hun veren op om ons te imponeren. Ze proberen ons met een flitsende presentatie, indrukwekkende wapenfeiten of een ronkende tekst over de streep te trekken. Maar hoe hard ze hun best ook doen: als wij ons er niet in herkennen dan blijft het een one man show.

Natalie Holwerda-Mieras
Presentatie-expert en mede-eigenaar bij Nobbe | Mieras trainingen

Natalie Holwerda - Mieras is presentatie-expert en mede-eigenaar van Nobbe | Mieras trainingen. Ze is co-auteur van ‘Meestersprekers’ (2010) en ‘Speak up dear!’ (2012) . Natalie heeft een fascinatie voor verhalen en beelden die iets teweeg brengen en verdiept zich daarom de retorica, storytelling en slides.

Categorie
Tags

4 Reacties

    Arnout Drenthel

    Goed artikel Natalie! Helemaal mee eens ook. Ook mooi dat je laat zien hoe ‘klein’ en laagdrempelig het aansluiten bij de belevingswereld van het publiek al kan zijn (voorbeeld Ginni Rometty).


    29 augustus 2016 om 18:55
    Sander Reijn, powerpoint cursus

    Leuk. Tijdens de workshops en sessies om PowerPoint in je voordeel te gebruiken van PPTacademy, is het You-Me principe een belangrijk element. Presentaties werken goed als je van VAK-me naar VAK-you gaat. Sluit naadloos aan op You-I.


    4 juli 2018 om 19:17
    Arnout Drenthel, Bento Presentaties

    Hi Sander,

    Zou het vermijden van vakjargon ook een manier zijn om te communiceren met het publiek voorop? 😉

    PS Waar staat VAK voor?


    5 juli 2018 om 06:41

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!