Ben jij er klaar voor?

Eindelijk een totaal verslag van eDay kunnen maken. Ik heb de hele familie Murphy op bezoek gehad; Voor het eerst in 3 jaar tijd een storing met mijn ADSL-verbinding en een router die vervolgens besluit maar de fabriekssettings aan te nemen etc. Dus een verslag met vertraging. Gijsbregt plaatste reeds twee deelverslagen: Leven na de 30-seconden spot: hemel of hel? en De strijd om de settopbox: Tele2 in de aanval. Dit keer een totaal verslag van de sessies die ik heb gevolgd inclusief de fraaie video-trailer van Ben Hammersley.

Zoals altijd met dit soort dagen constateer je achteraf dat bepaalde sessies niet interessant waren, maar weet je vooraf niet welke dit zijn;-) Maar al met al vond ik het een geslaagde dag, hoewel de organisatie zelf duidelijk te wensen overliet en da’s niet voor de eerste keer. Hopelijk trekt men er lering uit.

Keynote: Michael Jones – CTO Google Earth.

Missie van Google Earth is “to geographically organize the world information and to make it universally accesible and useful”. En dat lijkt redelijk succesvol te gaan; De afgelopen maanden werd Google Earth maar liefst 100 miljoen keer geïnstalleerd. Michael stelt dat tijd de vierde dimensie is door Google Earth, je kunt terug naar de historische plekken in je leven via Google Earth. Hij toont foto’s in Google Earth van Beiroet, voor en naar de aanslagen. Het verschil tussen die twee foto’s maakt zeker aan begin van de dag behoorlijk wat indruk. In China blijkt verder midden in het land een militair terrein te zijn dat qua structuur een kopie blijkt te zijn van het grensgebied tussen China en India. Hij toont foto’s van een vliegveld, iedereen denkt Schiphol, maar ’t blijkt Madurodam te zijn. Zoals Madurodam een blik op Nederland geeft, zo geeft Google Earth een blik op de wereld.

Bedrijven kunnen gebruikmaken van het Google Earth platform en daar hun eigen informatie aan toevoegen. Middels de API’s van Google hebben 30.000 sites in 12 maanden tijd zo hun eigen Google Earth toepassingen ontwikkeld. Michael toont een aantal voorbeelden. FBOWeb biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om met een vertraging van 5 minuten de inkomende vluchten van enkele Amerikaanse vliegvelden te volgen. Je ziet de verschillende vliegtuigen, hun hoogte en vertrekpunt. Diezelfde middag gaf Michael nog een workshop waarin hij middels code.google.com liet zien, hoe eenvoudig het maken van maps is.

Keynote: Werner Vogels – Amazon.com.

Amazon blijkt vandaag de dag veel meer te zijn dan domweg de online boekenverkoper van enkele jaren geleden. Amazon is uitgegroeid tot een platform van online shops. De NBA-store, target.com maar ook Diana von Furstenberg zijn allen gebaseerd op het platform van Amazon. “Amazon is a technology company, that happend to be a retailer” aldus Werner. Op het platform draaien verschillende shops en Amazon zelf is daarop “just another retailer”.

Bovenstaande tekening (met dank aan Frankwatching) van Werner toont het businessmodel van Amazon. Alles draait om Customer Experience. De selectie van producten (lees: groot assortiment), lage prijzen en convenience (denk aan one click shopping) zorgen voor traffic/groei. Amazon’s doel is ‘Earth’s most customer-centric company’ te worden. Drie factoren zijn volgens Werner hierbij essentieel. Als eerste luisteren; Hij stelt dat als je de gebruiker de ruimte geeft feedback te geven, je ongelofelijk veel bruikbare informatie verkrijgt om customer experience te verbeteren. Ten tweede innovations; waarbij je altijd de klant in het vizier moet houden. Binnen Amazon wordt veelvuldig gebruikt gemaakt van ’two pizza teams’. Een team van 8-10 mensen die als een soort startup een bepaald business problem aanpakken. Essentieel in dit traject is Customer feedback op de bedachte oplossingen. Door de omvang beperkt te houden (twee pizza’s is voldoende) blijven de teams slagvaardig. Derde factor is personalisatie; Amazon wil elke klant een eigen site geven.

Tot slot toont Werner wat het beschikbaar stellen van API’s tot gevolg heeft. Hive Group is bijvoorbeeld gespecialiseerd in het laten doorzoeken van grote databases. Zij hebben via de Amazon-API een nieuwe interface ontwikkeld waarmee de klant door de database van Amazon kan navigeren op zoek naar een bepaald product. Deze vernieuwende manier was zonder API nooit tot stand gekomen. ’t ziet er indrukwekkend uit, maar ik heb de interface nog niet goed door.

Sessie: Making Money in virtual words door David Fleck van Second Life.

In een bloedhete zaal op de tweede verdieping legt David Fleck Second Life uit. Second Life kent 3 key things: Allereerst de community waar gebruikers avatars kunnen samenstellen en groepen kunnen vormen. Als tweede de user generated content, de door gebruikers gemaakte creatie van huizen, auto’s, parken en andere zaken. En tot slot de marketplace waar gebruiker user genereated content onderling kunnen verhandelen.

Wat kerngegevens van Second Life:

• De gebruikers hebben inmiddels zoveel content gecreerd dat als je Second Life volledig lokaal zou willen installeren je maar liefst 2.400 DVD’s nodig zou hebben!
• 36% van de gebruikers is momenteel vrouw. De gemiddelde leeftijd ligt op 30 jaar.
• Maandelijk wordt voor 6,4 miljoen dollar verhandeld in Second Life
• Er zijn inmiddels 710.000 inwoner, waaronder 16.000 uit Nederland.

Naast de commerciele toepassingen in Second Life van Coca-Cola, Yahoo en American Apparel, heeft ook de non-profit sector Second Life ontdekt. De American Cancer Society heeft bijvoorbeeld via fundraising in Second Life $40,000 opgehaald.

Sessie: Dancing with Megaphones door Pete Blackshaw van Nielsen Buzzmetrics.

Pete Blackshaw (ook bekend van Blogpulse) maakt de zaal duidelijk dat de consument tegenwoordig met megaphones op internet rondloopt en hun ervaringen positief of negatief delen. Daar waar vroeger een negatieve ervaring langzaam verdween, blijft het digitale spoor van consumer generated media op internet heel lang aanwezig. 26 procent van de zoekresultaten van een merk verwijzen naar ‘user generated content’, zoals weblogs, reacties op fora, reviews etc. Juist die zoekresultaten van consumenten blijken andere consumenten sterk te beinvloeden. Consumenten vertrouwen wat andere consumenten over een merk schrijven vele malen meer dan de berichten en advertenties van de bedrijven zelf. Van belang is deze buzz te monitoren en als indicatoren te gebruiken. Het bedrijfsleven heeft daar echter nog onvoldoende feeling mee. De interne houding van de baas “we luisteren naar onze klanten” blijkt vaak niet in lijn te zijn met klantenservice-richtlijnen om bijvoorbeeld elke call in x minuten te kunnen afhandelen. Dat is niet luisteren. Ook blijken fabrikanten nog de mogelijkheden van blogs onvoldoende te kennen. Toen in blogs al duidelijk te merken was dat de buzz rondom Atkins-dieet over zijn hoogtepunt heen was, was dit in andere media nog niet opgemerkt en was de productie hier ook nog niet op afgestemd met uiteindelijk een stuk overproductie tot gevolg.

Pete krijgt frequent de vraag “Moet ik als bedrijf een weblog starten of niet?” Hoewel uit een Franse Studie rondom de blogosphere bleek dat de consumenten zich meer verbonden voelen met een merk dat een blog heeft moet je volgens Pete niet zondermeer een blog starten. Eerst moet je zorgen dat de organisatie in staat is te luisteren en ook daadwerkelijk iets doen met die input. Zolang je dat niet doet heeft het starten van een weblog geen enkele zin. Hij noemt de real beauty campagne van Dove als goed voorbeeld, alles is er op gericht feedback te krijgen van de consument. En dat terwijl Unilever, eigenaar van Dove, in sommige gevallen Oost-indisch doof lijkt te zijn 😉 Ook de zet van Dell waarbij men blijkbaar onder het motto “Let’s embrace the pain” een blog is gestart en de dialoog aangaat wordt als goed voorbeeld genoemd.

Sessie: Co-creative mass customization door Mark Hansen van LEGO System.

Eduard de Wilde schreef al eens dat Lego een 4-de generatie website was. Ik was onder de indruk hoe een fabrikant van ‘simpele bouwsteentjes’ co-creation zo goed weet te integreren in haar business. Mark Hansen had een goed verhaal en sprak duidelijk met passie voor zijn werk.

Middels Lego-factory kun je online/virtueel met Lego bouwen en vervolgens de benodigde stenen bestellen, vanzelfsprekend inclusief een customized doos met daarop een plaatje van je model. Ook kun je het model toevoegen aan de Lego gallery, zodat anderen het model kunnen bekijken en eventueel kunnen verkopen. Lego beoordeeld handmatig alle 3.000 tot 6.000 modellen per week, omdat men enerzijds in de gaten wil houden wat er met Lego geproduceerd wordt en wat er op de verpakking komt te staan, maar geheel is ook input voor mogelijke nieuwe modellen. Zo komt het voor dat Lego bepaalde populaire modellen besluit op te nemen in het eigen assortiment, waarbij 5% royalty vergoeding naar de ontwerpers gaat. Lego weet vrijwel zeker dat dergelijke modellen die al populair waren, in de winkels goed zullen lopen. Overigens is, sinds de introductie zo’n 2,5 jaar geleden, de kwaliteit van hetgeen een 10-jarige middels de Lego-factory bouwt aanzienlijk gestegen.

Mindstorm, een andere onderdeel van Lego, biedt de mogelijkheid om volledig werkende robotmodellen te maken. Lego stenen worden computerbestuurd. Toen Lego in december 1998 het eerste softwarepakket introduceerde werd het hele pakket in minder dan 3 weken tijd door fans compleet herontworpen en nog beter dan Lego het zelf had gedaan. In de nieuwe releases van het softwarepakket gaf Lego hun fans dan ook directe invloed; Co-creation!

De community is behoorlijk actief; Er is een online magazine genaamd Brick Journal compleet gemaakt door vrijwilligers, maar van hoge kwaliteit. Elk nummer is goed voor circa 80.000 downloads. Ook offline wordt (al dan niet in samenwerking met Lego) events georganiseerd zoals 1000steine Land en Brickfest.

Ik heb twee zoontjes van 6 maanden en ben erg benieuwd, gezien al deze ontwikkelingen, hoe zij met Lego zullen spelen over een paar jaar. Geheel is toch een volstrekt andere ervaring dan in mijn jeugd, ookal zijn de steentjes hetzelfde gebleven. Ik kan mijn oude Lego trein alvast in museum gaan zetten 😉

Joseph Jaffe, ‘Life after the 30 second spot’.

Joseph Jaffe is bekend van het boek “Life After the 30-Second Spot” en van JaffeJuice.com. Joseph stelt dat de de traditionele tv-commercial in zijn huidige vorm dood is. Niet de commercial zelf, want er is ‘Life after’ het gaat alleen om de huidige vorm.

De traditionele media wordt momenteel gedomineerd door print, radio en televisie, de drie hoofdkleuren van marketing op dit moment. Zoals een kind ontdekt dat er meer kleurpotloden dan groen, geel en rood. Zo zal de adverteerder op zoek moeten naar andere vormen. Er is ’too much clutter, creativity sucks’ en de consument wordt slimmer. In ’the olden days’ waren bedrijven stokdoof van dialoog was totaal geen sprake. Vandaag de dag is dat eigenlijk nog steeds zo, maar de consument pikt dit niet langer. Oplossingen liggen volgens Joseph bij reviews, blogs, reviews en echte dialogen. En om zelf ook de daad bij het woord te voegen als je +1 206-203-3255 belt kun je een vraag stellen die Joseph in zijn volegnde podcast zal behandelen.

De consument heeft veel meer invloed, maar de marketeer heeft geen grip meer op de situatie door de huidige vorm van de 30-second spot. Hadden we het vroeger over de “funnel of interest” vandaag de dag gaat het om de “funnel of trust”. De consument heeft nu een houding “Fool me once and I’ll screw you. I will tell it to a thousand strangers” via internet.

Aan het eind van zijn verhaal toont Joseph een schitterende MasterCard commercial die aangeeft hoe krachtig een commercial kan zijn als je inspeelt op bepaalde gebeurtenissen, zoals in dit geval de onverwachte winst van de Red Sox. Kortom wees creatiever, doe het anders dan de huidige vorm en wees alert om in te haken op gebeurtenissen. Hij eindigt met een mooie quote van fotograaf Diana Arbus: “It’s what I’ve never seen before that I recognise“.

Hierna volgde een paneldiscussie met vertegenwoordigers van Unilever, Rabobank, IdtV, Carat en RTL. Gijsbregt maakte reeds hier een verslag van.

Ben Hammersley.

Ben Hammersley sloot de dag af. Na een bijzonder goede trailer (aanrader! Zeker na 1:30) aan begin van de dag, viel zijn verhaal wat tegen. Geheel had nogal wat overlap met zijn presentatie op Les Blogs 2.0 die ik bij Frank-ly een tijdje geleden heb bekeken. Maar ’t kan ook aan de enorme hitte van de dag hebben gelegen, waardoor ik wel genoeg had gezien.

Samenvattend.

Centraal thema was dit jaar Co-create. Daarbij kan gedacht worden aan co-creatie met de klant zoals bij Lego, maar ook aan co-creatie (mashups) met andere bedrijven ten behoeve van je klant zoals met Google Maps. De (veranderende) klant en zijn behoeftes centraal zetten, was dan ook een rode draad door alle sessies. Voor marketeers een ongelofelijke open deur (als het goed is), maar ook een uitdaging. De behoeftes van de klant zijn aan het veranderen; Hoe ga je om met een klant die duidelijk de behoefte heeft met een megaphone op internet rond te lopen? Die genoeg heeft van saaie commercials en samen met jouw producten of diensten wil ontwikkelen? Met een gebrek aan goede internetmarketeers wordt dat nog een behoorlijke uitdaging, zeker voor de gevestigde orde van marketeers. Ik ben bang dat een aantal wakker geschud wordt op een moment dat het te laat is. Nu niet inspelen op de steeds mondiger wordende consument, is straks ingehaald worden door een nieuwe startup. Ben jij er klaar voor?

Meer nieuws?

Via technorati kun je zoeken op tag eday en zien wat andere weblogs schrijven over eDay en verslagen vinden van andere sessies. Heb je goede verslagen gezien, plaatst ze hieronder in de reacties.