Ger Baron (CTO van Gemeente Amsterdam): “Hoe gaan we van overheid naar GovTech?”

6 maart 2018, 07:00

Toen Ger Baron in 2014 begon als CTO van Gemeente Amsterdam was zijn rol vooral die van onderzoeker. Met behulp van een klein team onderzocht hij wat de hoofdstad moest doen met de technologische innovatie die op de stad af kwam. Inmiddels bestaat het team uit vijftig mensen en is het werk verbreed van onderzoek naar uitvoering. “Wat is de rol van de overheid in deze digitale tijd?”

“In de gemeente dacht iedereen drie jaar geleden nog: digitalisering, technologie? Dat is iets voor het bedrijfsleven. Daar moeten we misschien ooit ook eens een keer wat mee, maar het heeft geen prioriteit. Nu denk ik dat iedereen in de hele organisatie zich wel bewust is: dit is ook wat voor ons. Wij moeten ook veranderen. We hebben in plaats van een overheid misschien wel een GovTech organisatie nodig en wat betekent dat dan voor ons?”

Die verandering vertaalt zich op dit moment onder meer in een tiental praktische toepassingen. Zo kun je wanneer je op Google een adres intypt zien hoeveel kans je hebt op een parkeerplaats in de buurt. Een feature die ontwikkeld is in samenwerking met Google. Een groot deel van de lantaarnpalen in de stad is voorzien van sensoren, die automatisch kunnen doorgeven wanneer de lantaarn stuk is. Ook is er hard gewerkt aan een zogenaamde drukte radar, waarmee voorspelt kan worden waar het druk wordt in de stad en wanneer dat afval op gaat leveren. “We ontdekken bijvoorbeeld dat mensen rotzooi gaan maken twee uur nadat ze ergens zijn. Dan weet je dus: we moeten de bakken niet ‘s ochtends legen, maar om 2 uur ‘s middags, want dan raakt het vol.”

“Voor digitale transformatie moet je rustig zes jaar de tijd nemen”

Er zijn nog steeds veel ontwikkelingen op het gebied van fysieke infrastructuur, maar volgens Baron heeft er ook een verschuiving plaats gevonden. “Toen ik hier de vorige keer kwam ging het over de fysieke infrastructuur: verkeersmanagement, energie en dat soort dingen. Nu doen we ook veel meer in het sociale domein, dus zorg, inkomen, werk.”

Een voorbeeld hiervan zijn de afspraken die zijn gemaakt met woningcorporaties en zorgverzekeraars over betalingsachterstanden. “Wij hoeven niet de gegevens van de woningcorporaties te hebben, maar wel als er een indicatie is dat het echt fout dreigt te gaan. Dat wil je door een algoritme laten bekijken: wanneer ontstaat er risico. Dat is dus een datading.” En er wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar sensoren om de luchtvochtigheid van huizen te monitoren. “Die komen binnen afzienbare termijn beschikbaar voor iedereen in Amsterdam. Het is een betaalbare sensor die luchtvochtigheid en schimmels in de lucht meet en je een waarschuwing stuurt op je telefoon. Daar hangt vervolgens een heel handelingsperspectief achter wat je ermee kunt doen of je huisbaas zou moeten doen.”

Heel veel voorbeelden van hoe techniek kan worden ingezet door de gemeente. Volgens Baron is Amsterdam op de goede weg. “Maar voor een digitale transformatie moet je vijf tot zes jaar de tijd nemen. Dat doet Shell, dat doet ING en dat doet iedereen eigenlijk. Apple zelfs. Het duurt even, maar als je ons vergelijkt met andere gemeenten dan lopen wij echt voor en in vergelijking met andere Europese steden doen wij het ook niet slecht. Kan het niet nog veel beter? Ja, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het duurt nog ontzettend lang om te verbeteren. De overheid is stroperig.”

Het gaat misschien allemaal niet snel genoeg, maar Baron is niet negatief over de noodzakelijke cultuurverandering. “Als wij in gesprek gaan met de collega’s dan vinden ze het geweldig wanneer wij ze van de juiste informatie kunnen voorzien. Het gaat fout wanneer je dingen doet waar ze niet op zitten te wachten. Het gaat ook fout wanneer je ze een appje geeft dat elke minuut iets van ze wil. Als ik elke minuut een piepje te horen krijg zou ik ook gek worden. Dus dat is een enorme opgave. En dan is ook de vraag wat is nu de rol van de overheid in de digitale tijd? Daar besteed ik heel veel tijd aan.”

“Een nieuwe rol van de overheid is nodig”

Amsterdam vormt in Nederland ook vaak een uitzondering. “Uber-taxi’s rijden nou eenmaal niet in Amersfoort, ontdekte ik laatst. Airbnb is nergens een probleem in Nederland, want het merendeel van de boekingen vindt plaats in Amsterdam. Daarom wordt er van ons actie verwacht, omdat het hier veel prangender is dan in andere plaatsen.”

Ondertussen loopt Amsterdam ook meer dan eens tegen de grenzen aan zoals die zijn gesteld door de landelijke politiek. “We zijn continu in dialoog, want als je echt stappen wilt maken moet ook daar nog iets veranderen. Wij voelen de pijn van heel veel dingen, maar als wij iets niet mogen verbieden omdat dat landelijk niet kan…”

Als een belangrijke keuze gemaakt moet worden, ga je als gemeente alle techniek zelf bouwen of stel je je data ter beschikking aan bedrijven die er vervolgens iets mee kunnen gaan doen? “We hebben jarenlang gedacht dat we het wel aan bedrijven konden overlaten, maar komen er nu achter dat je niet afhankelijk wilt worden van social media-platformen en anderen. Ik ben dus veel meer naar de rol van de overheid gaan kijken. Ik dacht ook laat het aan anderen, maar denk nu hoe gaan we het zelf doen en organiseren. We zijn een organisatie met 6 miljard euro omzet per jaar dat is belachelijk veel geld. Ik denk dat we daar veel effectiever en efficiënter mee om moeten gaan. Een nieuwe rol van de overheid is absoluut nodig.”

Baron weet niet hoe lang hij zijn huidige functie nog blijft bekleden. Voor zijn mogelijke vertrek wil hij in ieder geval nog twee dingen realiseren. “Eén plek waar alle Amsterdammers alles met ons kunnen doen wat ze willen: vergunningen aanvragen, patiëntendossiers, openbare ruimte enzovoort. Ofwel dé Amsterdam-app. En ten tweede dat er intern meer duidelijkheid komt over wat we doen. We zijn als overheid soms compleet wereldvreemd als het erom gaat waar Amsterdammers het over hebben. We moeten het veel meer real-time gaan bijhouden. We moeten veel meer signalen uit de stad halen en daar veel sneller op kunnen acteren. Dus KLM/ING-achtig binnen twaalf uur op ieder signaal uit de stad reageren. Maximaal twaalf uur.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!