Hoe zonneauto’s de energietransitie kunnen versnellen
Ambitieuze energiedoelen alleen haalbaar als de overheid burgers een grotere rol laat spelen de energietransitie
Nederland leverde vorige week opnieuw een overtuigende winnaar in de World Solar Challenge. Deze wedstrijd voor zonneauto’s laat zien dat elektrische auto’s die volledig op zonne-energie rijden steeds meer binnen handbereik komen. Zonneauto’s zouden een flinke impuls kunnen geven aan de energietransitie. Het nieuwe Kabinet wil dat in 2030 alle nieuwe auto’s die in Nederland verkocht worden emissieloos zijn. Of dit uiterst ambitieuze doel gehaald wordt, is afhankelijk van de vraag of de overheid goed gebruik weet te maken van de ‘energie’ van burgers.
De zonneauto komt eraan
Zonneauto’s zijn volledig elektrische auto’s die zichzelf kunnen opladen via een zonnepaneel op het dak: ze hebben dus geen brandstof nodig (zoals een hybride) en geen laadpunten (zoals een elektrische auto). Tijdens de tweejaarlijkse World Solar Challenge in Australië vorige week werden nieuwe records behaald op het gebied van snelheid en actieradius. En Solar Team Eindhoven won de cruiserklasse met hun Stella Vie.
De technologie van zonneauto’s wordt dus steeds meer marktrijp. Hiermee komt een autonome emissieloze auto steeds meer binnen handbereik.
De technologie van zonneauto’s wordt dus steeds meer marktrijp.
De Nederlandse startup Lightyear One wil in 2019 de eerste zonneauto op de markt brengen. Geïnteresseerden kunnen nu al intekenen. Bij voldoende belangstelling zal de productie volgend jaar worden opgestart, het eerste model gaat zo’n 120 duizend euro kosten.
Het bedrijfje, met daar omheen een netwerk van Nederlandse hightech-bedrijven, wil de ontwikkeling van zonneauto’s versnellen, net als Tesla dat voor de elektrische auto heeft gedaan. Naar verwachting zullen andere autofabrikanten gaan volgen, waardoor de prijs van nieuwe generatie modellen snel verder zal zakken.
De energie-infrastructuur van de toekomst
De prijs van ‘gewone’ elektrische auto’s is al hard aan het dalen. Alle automerken hebben inmiddels aangekondigd binnen twee jaar met een volledig elektrische auto op de markt te komen. In 2025 zullen elektrische auto’s naar verwachting even duur zijn als auto’s die op brandstof rijden. De prijs van elektrische energie zal naar verwachting verder dalen, tot ver onder die van benzine.
De populariteit van elektrische auto’s zal dan snel en exponentieel groeien. Volgens prognoses van o.a. Bloomberg zal in 2040 ongeveer 67 procent van alle verkochte nieuwe voertuigen in Europa elektrisch zijn en in de Verenigde Staten zo’n 55 procent.
Consumenten zullen pas overstappen als er ook een goede infrastructuur is voor elektrisch rijden.
Toch zullen consumenten pas overstappen als er ook een goede infrastructuur is voor elektrisch rijden, dus als er voldoende plekken zijn om de auto op te laden.
Energiebedrijven, netwerkbeheerders en overheden zullen daarom fors moeten investeren in oplaadpunten, langs snelwegen, in stadscentra en in woonwijken, en in opslagmogelijkheden voor de door burgers, bedrijven en energiemaatschappijen geleverde energie. Tevens zal het energienetwerk intelligenter moeten worden om ondanks een voortdurend wisselende vraag en aanbod toch een stabiele energievoorziening te kunnen garanderen.
De vernieuwing van de energieinfrastructuur van fossiele brandstoffen naar elektrische is een van de grootste uitdagingen voor de komende tien jaar en zou de overstap naar emissieloze voertuigen kunnen remmen. De overstap zou sneller kunnen verlopen als consumenten kunnen overstappen op zonneauto’s in plaats van gewone elektrische auto’s.
Zonneauto’s hebben in principe geen nieuwe infrastructuur nodig: ze kunnen zichzelf opladen. Zelfs als er af en toe nog een stopcontact nodig is omdat Nederland minder zonuren heeft dan Australië, zijn burgers gemiddeld genomen minder afhankelijk van het centrale energienetwerk.
Innovatieve producten en diensten: een deeleconomie voor energie
De zonneauto kan ook nog een extra dynamiek teweegbrengen. Ineens beschikt iedereen met een auto over een mobiele energiecentrale, een zonnepaneel en accu op wielen. Dit zou de weg kunnen openen naar een hele nieuwe deeleconomie waarin burgers energie met elkaar uitwisselen en aan bedrijven leveren en andersom, zonder tussenkomst van netwerkbeheerders of energiemaatschappijen en zonder gebruik te maken van het energienetwerk.
Tel daarbij op dat steeds meer mensen zonnepanelen hebben op hun dak. Bedrijven als Tesla – met hun Powerwall – en IKEA verkopen accu’s waarmee mensen thuis zonne-energie kunnen opslaan. Dit maakt burgers eveneens minder afhankelijk van het centrale energienetwerk.
Burgers kunnen een grotere rol gaan spelen in de energietransitie, omdat er meer gebruikgemaakt wordt van hun zelfstandigheid
Via dit soort nieuwe producten en diensten kunnen burgers een grotere rol gaan spelen in de energietransitie, omdat er meer gebruikgemaakt wordt van hun zelfstandigheid. Dit in tegenstelling tot hun afhankelijkheid van het centrale energienetwerk en een regisserende rol van de overheid en netwerkbeheerders.
Het Nederlandse bedrijfsleven zou ook nog eens flink kunnen profiteren van de ontwikkeling en productie van zonneauto’s, apparatuur en de dienstverlening er omheen. Dan moeten we onze technologische voorsprong, waarmee we nu wedstrijden winnen, weten om te zetten in een economische sterkere positie, in een groter aandeel van Nederlandse bedrijven in de toekomstige elektrische economie.
De overheid stuurt de transitie met beleid
Hoe de energietransitie verloopt, zal voor een groot deel bepaald worden door het overheidsbeleid. Met aanzienlijke belastingen (op brandstof en voertuigen) en subsidies (op panelen) heeft de overheid een grote invloed op het gedrag van bedrijven en burgers.
Wil de overheid haar ambitieuze doelstelling realiseren om in 2030 alleen nog maar emissieloze voertuigen te verkopen, dan zal het slim moeten kijken hoe het burgers en bedrijven stuurt.
Wil de overheid haar ambitieuze doelstelling realiseren, dan zal het slim moeten kijken hoe het burgers en bedrijven stuurt.
Met het huidige beleid (de zogeheten salderingsregeling) worden burgers wel gestimuleerd om zonnepanelen te nemen en energie op te wekken, maar niet gestimuleerd om te investeren in eigen energieopslag, bijvoorbeeld met een eigen accu in huis. Burgers blijven zo meer afhankelijk van het energienetwerk, ook voor hun elektrische auto’s.
Door flink in te zetten op zonneauto’s en het voor burgers aantrekkelijker te maken om zelf te investeren in energieopslag kan de energietransitie worden versneld. Dat betekent ook dat we gemiddeld genomen minder afhankelijk worden van het landelijke energienetwerk.
De Nuna9, de Stella Vie en de Lightyear One betekenen niet alleen de omschakeling naar een andere energieinfrastructuur, maar evenzeer de omschakeling naar een nieuwe mindset; zowel voor burgers – gewend aan benzine en stopcontacten binnen handbereik waar altijd stroom uitkomt – als voor de overheid; het motto van het ministerie van EZ was altijd “het gas moet blijven stromen en het licht altijd blijven branden”.
Dan kunnen we op weg naar een meer autonome energieconsumptie. Net als met onze turfkachels, open haarden en gastankjes, nog maar een paar generaties geleden.