Human First: het menselijke gezicht van AI
Met kunstmatige assistentie komen we in de vierde fase van het internet terecht: Human First, waarbij we met kunstmatige mensen communiceren. Deze fase sluit aan bij het idee dat de belevingseconomie overgaat in een betekeniseconomie. Waarde-creatie vindt in de betekeniseconomie niet plaats in het productieproces, maar in de harten en hoofden van mensen. Bedrijven die erin slagen om mensen succesvol te begeleiden in hun zoektocht naar geluk, zijn de spekkopers van de toekomst.
In 2010 brak de Servische performance-kunstenares Marina Abramović definitief door bij het grote publiek. Haar overzichtstentoonstelling, The Artist Is Present, in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York trok ruim 800.000 bezoekers. Zij zagen hoe de kunstenares drie maanden lang zes dagen per week tijdens de openingsuren van het museum bewegingloos op een stoel aan een tafel zat, zonder eten of drinken en zonder het maken van een sanitaire stop. Eén voor één kregen bezoekers de kans om tegenover haar te zitten. Net zo lang als ze zelf wilden, waarbij ze Abramović recht in de ogen mochten aankijken. Het was alleen niet toegestaan om haar aan te raken of met haar te praten. Bij velen die voor haar plaatsnamen stroomden de tranen over de wangen, ook bij Marina zelf.
Abramović: “De mensen hebben me zo geraakt. (…) Je bent kwetsbaar voor ze. Je stuurt ze niet weg na vijf minuten. Ze mogen zoveel van je nemen als ze zelf willen. Je geeft ze de mogelijkheid om zich te openen. En dan is het alsof er een waterval van pijn loskomt.”
Beroemdheden als Lou Reed, Björk, Sharon Stone en Isabella Rossellini schoven allemaal aan. Meest ontroerend was de ongeplande ontmoeting met Ulay, de Duitse kunstenaar met wie ze twaalf jaar lang een hartstochtelijke liefdesrelatie had en een roemrucht kunstenaars-duo vormde. Het filmpje van de intieme ontmoeting is op YouTube inmiddels meer dan 16 miljoen keer bekeken.
Avatar is present
Een soortgelijke ervaring deden afgelopen week de bezoekers van het jaarlijkse Magic Leap-congres op. Tijdens de drie uur lang durende openingskeynote stelden John Monos, vice-president Human-Centered AR en dDNA, en Andrew Rabinovich, het hoofd van de AI-afdeling, het publiek voor aan Mica, een kunstmatige assistente die leeft in de virtuele omgeving van Magic Leap.
Beide heren schetsten een toekomst waarin de AI in staat is om de fysieke ruimte waarin de gebruiker zich begeeft te herkennen en te interacteren met de diverse objecten die zich in deze ruimte bevinden. Zo kan de AI zelfs de gemoedstoestand van de gebruiker uit de ogen aflezen en hierop inspelen door het licht in de ruimte aan te passen en bijpassende muziek te spelen.
Naderhand kregen een aantal bezoekers zelf de gelegenheid om Mica in levende lijve te ontmoeten. Alexandria Heston en Ian Hamilton hebben afzonderlijk van elkaar hun ervaringen over deze ontmoeting online gedeeld. In een afgelegen kamer konden ze met Mica één op één aan tafel te zitten. Alhoewel Mica niet met hen praatte, kon ze wel duidelijk maken wat ze wilde. Zo lag er een fotolijst op tafel, waarvan middels een paar handgebaren duidelijk werd dat het aan de muur opgehangen moest worden. Zodra het kale lijstje aan een spijker hing, verscheen het beroemde schilderij ‘Ceci n’est pas une pipe’ van de Franse kunstenaar Magritte, waarmee hij duidelijk maakt dat niets is wat het lijkt. Giechelend stond Mica op van haar stoel en pakte vervolgens de pijp uit het schilderij, stak deze in haar mond en verdween achter een muur.
“Het feit dat AI jou in de ogen aan kan kijken, doet overduidelijk wat met je”
Zowel Heston als Hamilton waren geraakt door Mica. Het feit dat de AI hen in de ogen aan kon kijken, deed overduidelijk wat met hen. Met Mica wordt de griezelvallei (de zogeheten uncanny valley) overbrugd en wordt de weg geopend naar tal van nieuwe mogelijkheden. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld historische figuren weer tot leven worden gewekt, die scholieren eigenhandig kunnen vertellen over de grote gebeurtenissen die zij in hun leven hebben meegemaakt.
Magic Leap noemt Mica zelf een HCAI (Human Centered Artificial Intelligence) oftewel een ‘aya’. Mica is een geavanceerde aya, achter de schermen wordt er ook hard gewerkt aan eenvoudige, leuke ayas.
AI krijgt een menselijk gezicht
Met Mica komen we in de vierde fase van het internet terecht. De allereerste fase, Digital First (circa 1997), werd gekenmerkt door de Netscape en Internet Explorer-browsers waarmee de allereerste websites met een muis konden worden aangeklikt. De tweede fase, Mobile First, ontstond met de introductie van de allereerste smartphone (de iPhone in 2007) waarmee we met een vinger een app konden aanraken. Op dit moment zitten we aan het begin van de derde fase, AI First (2017), waar we met spraakcommando’s digitale assistenten als Apple Siri, Microsoft Cortana, Amazon Alexa en Samsung Bixby kunnen besturen. De vierde fase dient zich nu aan, Human First, waarbij we met kunstmatige mensen kunnen communiceren.
Betekeniseconomie brengt geluk
Deze laatste fase sluit naadloos aan bij het gedachtengoed van Joseph Pine en James Gilmore. In 1999 schreven zij het baanbrekende boek ‘The Experience Economy’, waarin zij uitlegden hoe we transformeerden van een op diensten gebaseerde economie naar een door belevenissen gedreven economie. Over de ruggen van de daaropvolgende boeken ‘Authenticity’ (2007) en ‘Infinite Possibility’ (2011) scherpten zij vervolgens hun model aan: niet belevenissen waren het eindpunt, maar betekenisvolle belevenissen die het vermogen in zich hebben om doorslaggevende, bezielende veranderingen in het leven van mensen te veroorzaken:
“Ervaringen zijn niet de laatste economische horde […] Wanneer je een ervaring aanpast om het precies goed te maken voor een individu – precies datgene bieden wat hij of zij op dat moment nodig heeft – kun je niet voorkomen dat het individu hierdoor mee verandert. Wanneer je een ervaring passend maakt, verander je deze automatisch in een transformatie.”
De belevingseconomie gaat over in de betekeniseconomie, omdat belevenissen slechts een kortstondig karakter hebben. Belevenissen bieden slechts even genot, terwijl de mens op de lange termijn op zoek is naar geluk. Geluk, en niet genot, is wat mensen drijft. De betekeniseconomie zet de wereld op zijn kop. Van centraal gestuurd naar decentraal georganiseerd, van welvaart naar welzijn, van korte termijn genot naar langdurig geluk, toegang in plaats van eigendom, relaties in plaats van transacties, niet het bedrijf maar de mens staat centraal, dit zijn de nieuwe ontwerp principes.
Waarde-creatie vindt in de betekeniseconomie dus niet primair in het productieproces plaats, maar juist in de harten en hoofden van mensen. Overheden, instanties, bedrijven en merken die erin slagen om mensen succesvol te begeleiden cq te coachen in hun zoektocht naar geluk, naar hun ziel en zaligheid, naar hetgeen hen drijft, zijn de spekkopers van de toekomst. Mica is een voorbeeld van zo’n coach uit de betekeniseconomie, hetgeen blijkt uit de reacties van Heston en Hamilton.
“Waarom willen we persoonlijkheid en empathie geven aan een avatar die dit van zichzelf niet heeft?”
Uiteraard is er ook kritiek op bovenstaande ontwikkelingen. Zo vraagt Sherry Turkle, oprichter van het MIT Initiative on Technology and Self, zich af “waarom we een persoonlijkheid en empathie willen geven aan een avatar die dit van zichzelf niet heeft […] Wat vergeten we als we met machines praten? We vergeten wat het is om mens te zijn – wat is er speciaal aan het praten met een mens, dat is het gevaar.”