Joran van Apeldoorn (Referendum tegen Sleepwet): “Het gaat over al je data en al je devices”
De wet lijkt bijna ongemerkt door de Eerste en Tweede Kamer te zijn aangenomen: de zogenaamde Sleepwet waarmee Nederlandse inlichtingendiensten zoals de AIVD en de MIVD veel meer rechten krijgen. Waar je vroeger een rechter-commissaris moest overtuigen van de mogelijke schuld van een verdachte voordat iemand kon worden getapt, maakt de Sleepwet het mogelijk om zonder tussenkomst van wie dan ook hele groepen mensen af te luisteren. “Dat gaat verder dan je telefoon. Het gaat ook over je email, je dataverkeer, alle connected devices”, aldus Joran van Apeldoorn.
Samen met vier andere studenten nam Van Apeldoorn het initiatief om een referendum over de wet voor elkaar te krijgen. Dat kan nog totdat de wet in januari 2018 in werking treedt. De eerste fase, waarin binnen vier weken minimaal 10.000 handtekeningen moesten worden opgehaald, werd glansrijk doorlopen. Er kwamen zelfs 17.000 handtekeningen binnen. Inmiddels loopt de tweede fase waarin binnen zes weken 300.000 handtekeningen moeten worden verzameld om het referendum doorgang te laten vinden. De deadline ligt op 12 oktober. Er zijn op dit moment meer dan 75.000 handtekeningen verzameld. Partijen als Amnesty en GeenStijl hebben zich inmiddels achter het initiatief geschaard.
Iedereen heeft toch wel wat te verbergen
Van Apeldoorn heeft informatica gestudeerd en weet als geen ander wat voor consequenties de wet kan hebben. “Op dit moment mag je alleen gericht tappen wanneer iemand verdacht wordt van misdaden en dat is iets wat ook moet worden aangetoond voordat je toestemming krijgt. En deze wet stelt maakt het mogelijk om dat ook bijvoorbeeld te doen bij mensen die in dezelfde wijk wonen als waar een verdachte woont. Daarnaast mogen ze ook mensen gaan hacken. Dus ze mogen massaal gaan tappen. (…) Ze mogen ook geheime DNA-databanken gaan aanleggen en gegevens gaan uitwisselen met buitenlandse diensten. Ook diensten waar we niet bevriend mee zijn en zelfs zonder te kijken wat ze uitwisselen.”
Van Apeldoorn denkt dat mensen onderschatten wat dat voor hen kan betekenen. “Ik denk dat veel mensen wel iets te verbergen hebben, dat ze onderschatten hoeveel data er over het internet gaan. Zo zullen de meeste mensen het niet fijn vinden als ik zou weten wat je de laatste keer met je huisarts hebt besproken.”
Naast het feit dat mensen persoonlijk geraakt kunnen worden door de wet, heeft het ook gevolgen voor hoe wij de samenleving met elkaar hebben ingericht. Advocaten en journalisten kunnen niet langer een beroep doen op beroepsgeheim wanneer zij ook onder een algemene tap vallen. “Zelfs als je zelf niet iets te verbergen hebt, dan wil je dat anderen soms wel iets kunnen doen zonder dat er meegekeken wordt. En iedereen heeft toch wel wat te verbergen. Je zou het niet okee vinden als ze een videocamera en een microfoon in je woonkamer zouden ophangen. En in je computer zit een microfoon en een camera. Je wilt niet dat iedereen met alles mee kan kijken. Het is misschien niet erg als ze het zien, maar je wilt het niet. Het is vervelend.”
Dit helpt de veiligheidsdiensten nauwelijks
In de poging om 300.000 handtekeningen bij elkaar te krijgen moet een negatief sentiment tegen referenda, wat in Nederland lijkt te bestaan, worden geslecht. Het feit dat politici uiteindelijk niks met de uitslag hoeven te doen, helpt daarbij niet.
“In dit geval zegt de overheid ‘wij willen meer rechten, meer mogelijkheden om onze eigen burgers in de gaten te houden’. Dat is nu net iets waarvan je kunt zeggen: laten we dan eerst onze burgers vragen wat zij daarvan vinden. Dat is wat anders dan een internationaal verdrag. Dit is heel direct. Het is natuurlijk niet een gevecht tussen burgers en de overheid. Ik ben ook voor een sterke veiligheidsdienst, maar dit helpt de veiligheidsdiensten nauwelijks en het creëert wel een klimaat in Nederland waarin je constant bang bent dat er wordt meegekeken en meegeluisterd.”
Nog twee weken tot de deadline en nog veel handtekeningen te gaan. Wat mist is een openbaar debat over de kwestie. “Wat wij doen is informerend, dus je komt wel vaak mensen tegen die het ermee eens zijn en die tekenen, maar het verspreidt zich niet, want er is geen debat. Dat debat is iets wat nog heel erg ontbreekt. Er is niemand heel erg hard campagne aan het voeren vóór deze wet en daardoor ontstaat er ook niet echt het gesprek bij de koffie-automaat. Daardoor is er niet iets om de discussie aan te wakkeren.”
Daarbij is het lastig om de materie concreet te maken. Veel mensen denken: ik doe niets verkeerds, dus ik zal er geen last van hebben. “Mensen staan er niet bij stil. Maar visualiseer die camera en microfoon in je huiskamer. Wanneer je nu iets hoort of leest over de jihad en je wilt daar meer van weten dan Google je dat woord. Dat iets wat je in de toekomst misschien niet meer doet, omdat dan alle alarmbellen gaan rinkelen. Dat is een samenleving die we niet willen hebben.”
Handtekeningen tegen de sleepwet zijn welkom op sleepwet.nl