Journalisten: social media niet betrouwbaar, wel belangrijk #SMING14

19 juni 2014, 05:00

ING publiceert internationaal onderzoek naar de impact van social media op PR en journalistiek

Vandaag publiceert ING, in samenwerking met Social Embassy, haar inmiddels jaarlijkse onderzoek naar de impact van social media op de werkzaamheden van PR-professionals, journalisten, nieuws en nieuwsverspreiding. Eerder deed de organisatie dat al in 2012 en 2013. Wederom geven de uitkomsten mooi inzicht in de manier waarop journalisten en PR-mensen social media gebruiken én beoordelen: hoe betrouwbaar vinden ze social media eigenlijk? Hoe verschillen zij in de inzet ervan met hun collega’s in Groot-Brittanië en de Verenigde Staten? En wat zijn hun verwachtingen voor de toekomst?

Het rapport beschrijft 5 belangrijke bevindingen en 5 belangrijke verwachtingen, die we hieronder kort aan de orde laten komen. Het complete rapport en de bijbehorende infographic zijn onderaan het artikel terug te vinden.

5 bevindingen

1. Journalisten vinden social media niet betrouwbaar, maar wel belangrijkste informatiebron

Slechts 40 procent van de journalisten noemt de berichtgeving op social media betrouwbaar. En toch vindt 50 procent van alle journalisten social media wel de belangrijkste informatiebron. Overigens zijn PR-professionals beter van vertrouwen, want 53 procent van hen vindt social media betrouwbaar.

2. Journalisten: consumenten betrouwbaarder dan organisaties

De helft van de journalisten is het eens met de stelling dat de mening van de consument op social media betrouwbaarder is dan een statement van een organisatie, slechts 19 procent vindt die mening níet betrouwbaarder. Ruim tweederde van de journalisten geeft dan ook aan dat ze social media gebruiken om de publieke opinie te achterhalen.

3. Fact-checking is passé

Onder journalisten is het adagium ‘publish first, correct if necessary‘ gemeengoed geworden. Slechts 20 procent van hen controleert altijd eerst de feiten van een verhaal voor ermee naar buiten te komen. PR-professionals merken dat, want de helft van hen zegt minder benaderd te worden door journalisten voor afstemming over de feiten.

4. Journalisten gedragen zich anders op social media

Social media nodigen veel journalisten, 60 procent om precies te zijn, uit zich minder aan te trekken van de journalistieke mores. Tweederde van de journalisten uiten zich anders, 59 procent durft veel meer een persoonlijke mening te ventileren.

5. Nederlandse PR-professionals lopen achter op hun internationale collega’s

Van de Nederlandse PR-professionals geeft liefst 86 procent aan dat PR niet meer zonder social media kan; dat is hoger dan in de Verenigde Staten (71 procent) en Groot-Britannië (79 procent). Des te verrassender is dat slechts 19 procent van hen aangeven meer aandacht te geven aan social media dan aan andere middelen, waar dat percentage in de eerder genoemde landen veel hoger ligt: 45 procent in de VS en 65 procent in GB.

In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk gebruikt het merendeel van de PR-mensen social media om dagelijks in gesprek te gaan en blijven met journalisten (respectievelijk 63 en 72 procent). In Nederland ligt dat percentage flink lager, te weten op 24 procent. Gekeken op wekelijks niveau zijn de verschillen veel kleiner, want dan is 85 procent van de Nederlands PR-professionals al actief in gesprek.

Ook opvallend is dat de overgang van PR als afkorting van ‘press relations‘ naar ‘public relations‘ is terug te zien in het feit dat PR-professionals in alle landen vaker met consumenten in gesprek zijn dan met journalisten. Ook hierin liggen Nederlandse PR-mensen achter op hun internationale collega’s, ook daarbij komt dat verschil vooral tot uiting als wordt gekeken naar dagelijkse contacten.

5 verwachtingen

1. Fact-checking zal nog verder afnemen

Fact-checking gebeurt al veel minder dan voorheen (zie bevinding 3 hierboven) en zal alleen maar verder afnemen; althans, dat is de verwachting van 44 procent van de journalisten. Daarvoor in de plaats komt ‘crowd-checking‘, waarbij de mening van het publiek wordt gebruikt, zegt 55 procent van het journaille.

2. User-generated content neemt een verdere vlucht

Bijna driekwart van de journalisten voorspelt dat het gebruik van tweets en foto’s en video’s van bijvoorbeeld omstanders verder zal toenemen en dicht daarbij tools als Scoopshot, waarmee je als consument je foto’s kunt verkopen aan kranten, een belangrijke rol toe.

De Scoopshot iOS-app

3. PR-professionals gaan internationale achterstand inlopen

Vrijwel alle PR-professionals (90 procent) verwachten dat steeds meer van hun vakgenoten social media actief zullen gaan inzetten, niet alleen om te zenden, maar juist ook om het gesprek aan te gaan.

Daarnaast zal de rol van medewerkers in de organisatie toenemen op het gebied van PR. Dat valt aan beide kanten van het mediaspectrum niet per se goed: PR-professionals hebben hun bedenkingen omdat ze minder controle zullen hebben over hun boodschap, journalisten omdat het minder duidelijk wordt wie het juiste aanspreekpunt is binnen een organisatie.

4. ‘Click-bait journalism’ neemt toe

Het belang van clicks en views gaat groter worden, ten koste van kwaliteit en inhoud. Het lijkt een grimmig scenario waarbij sensatie belangrijker is dan het informeren over maatschappelijk issues.

5. PR-professionals: meer contact met consumenten, minder met journalisten

Bij de bevindingen (punt 5) was al opgetekend dat PR-professionals meer direct contact hebben met consumenten dan met journalisten. De verwachting is dat dat in de (nabije) toekomst alleen maar verder gaat toenemen, door de mogelijkheden die zij hebben voor direct contact met de consumenten.

Rapport en infographic

Rapport

Het hele rapport kan hieronder worden bekeken en gedownload.

Infographic

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt in onderstaande infographic (hier te downloaden).

Bram Koster
Senior consultant bij Evolve

Ik werk als consultant bij Evolve, een bureau dat is gespecialiseerd in het verbeteren van de interne communicatie en interne processen met behulp van interne sociale media. Was voorheen hoofdredacteur bij Marketingfacts en betrokken bij o.a. Online Tuesday en NIMA.

Categorie

4 Reacties

    Rob Visser

    Mijn interpretatie van dit stuk: sociale media zijn voor journalisten niet betrouwbaar, maar wel handig. Omdat het laatste belangrijker is dan het eerst worden ze veel gebruikt als bron.


    21 juni 2014 om 19:23
    bramkoster

    @Rob: ik denk dat dat het redelijk samenvat inderdaad. Apart vind ik dat ze social media niet betrouwbaar noemen, maar zelf ook amper fact-checken en dus ook niet echt bijdragen aan die betrouwbaarheid.


    22 juni 2014 om 19:31
    patricksteenks

    Wat mij opvalt aan het artikel is de shift van fact-checking naar crowd-checking. Dus nieuws is alleen nieuws als een grote groep mensen vind dat het gebeurd is en de waarheid is?

    De wereld op zijn kop lijkt mij. Daarnaast ben ik benieuwd wanneer er een tegenbeweging gaat ontstaan. Dit hap-snap journalisme lijkt mij niet de toekomst. Er zullen toch zeker ook journalisten gaan opstaan die wel kwaliteits-nieuws verspreiden en gebruik kunnen maken van alle nieuwe technologische ontwikkelingen?


    25 juni 2014 om 04:54
    bramkoster

    @Patrick: het lijkt me inderdaad niet wenselijk dat alle media overschakelen op crowdchecking. Want waar haalt de crowd z’n informatie dan nog vandaan om die media überhaupt te kunnen checken? Het wordt wat druk in Nieuwspoort als we allemaal de minister-president willen gaan interviewen. 🙂


    25 juni 2014 om 06:29

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!