Kevin Vink (Uscoutfor): “Wij zijn de eerste met geautomatiseerde doelpunttechnologie”

Wat aanvankelijk begon als een nieuwe manier om voetbaltalent te scouten, groeide de afgelopen jaren uit tot een platform waar voetballiefhebbers hun favoriete amateurclub kunnen gaan volgen. TNO legde de basis: met behulp van bewegingsdetectie en algoritmes zou het mogelijk moeten zijn om sportmomenten automatisch te herkennen. Die momenten kunnen automatisch aan de fans worden doorgestuurd. ​

“Je moet het zo zien: na het downloaden van de app, die overigens gratis is voor de gebruiker, kun je aangeven welke clubs je wilt volgen. Van daaruit krijg je op zaterdag een pus notificatie: ‘er worden 3 wedstrijden gespeeld, welke wil je volgen?’. Dan kun je kiezen of je de hele wedstrijd wilt zien of alleen de doelpunten. Bij dat laatste krijg je een minuut na het doelpunt een push met een clipje van 45 seconden”, aldus Kevin Vink, oud spits en trainer van onder meer Sparta en inmiddels techondernemer en co-founder van Uscoutfor.

“Ook iemand zonder veel talent kan de held van de club zijn”

Gemiddeld vallen er zo’n vijf doelpunten per wedstrijd. In het geval van de amateurs vooral interessant voor naasten. “We zijn van mening dat ook de jongen die minder getalenteerd is, maar wel een fantastisch doelpunt kan scoren, de held van de club kan zijn. En dat hij ook gevolgd zal worden door zijn opa, oma en zus. Dus we trekken het veel breder.”

Breder dan je alleen te richten op talent dat mogelijk opgespoord kan worden dankzij de beelden die familie en vrienden maken van de jonge spelers. Het idee waar een plan voor werd bedacht en geld voor binnen werd gehaald. De samenwerking met TNO betekende een nieuwe koers.

Uscoutfor heeft inmiddels een zes maanden durende pilot gedraaid. Eind april moet het systeem live gaan. Het is de bedoeling dat dan minimaal 85 procent van de doelpunten volledig geautomatiseerd bij de fans belanden. Bang voor tegenwerking door clubs die hun jeugdspelers willen afschermen is Vink niet. “Wij richten ons op de amateurs. We hangen onze systemen niet op bij de profs. En elke amateurclub is trots wanneer er een speler naar de profs gaat. Als dat gebeurt wanneer een speler 14 jaar of ouder is, staan daar zelfs vergoedingen tegenover. Zo hebben de Quick Boys een hele mooie tribune kunnen bouwen met het geld dat ze ooit hebben gekregen voor Dirk Kuyt.”

“Bewust kiezen voor de onderkant”

Over het algemeen worden nieuwe technieken vaak eerst uitgezet op de plek waar het geld is. Bij de profs in dit geval. “Wij kiezen bewust voor de onderkant. De bovenkant, de profclubs, daar zit het geld. Dat klopt. Vandaar dat wij de keuze hebben gemaakt om op software te gaan zitten en niet op hardware. De hardware ontwikkeling gaat zo snel dat er straks hele goede camera’s op de markt zijn die niet veel kosten.”

Door te starten met het opbouwen van een breed netwerk hoopt Usoutfor een niet meer in te halen voorsprong te hebben wanneer andere partijen zich ook op de amateurs gaan richten. Daarbij geldt de geautomatiseerde doelpunttechnologie als grote bonus. “Als wij over een paar weken live gaan zijn wij dus de eerste die kunnen bewijzen dat we het echt hebben.”

De technologie zal waarschijnlijk live gaan in Nederland, Groot-Brittanië en Canada. Wanneer alles goed werkt, is het mogelijk ook andere sporten in beeld te gaan brengen. “We hebben op de roadmap staan dat we de technologie ook naar andere sporten toe gaan brengen. We zitten niet op het volgen van de bal, dus een sport als hockey, daar zouden we graag snel willen gaan testen.”

Inkomsten moeten komen van clubs die de technologie aan willen schaffen. “De Nederlandse clubs in de eerste klasse en hoofdklasse willen allemaal videocontent om hun spelers te ontwikkelen, dat mag dus ook wel wat kosten. Daarnaast denk ik ook dat ze veel meer zichtbaarheid willen hebben. En als je dat in een goed verhaal giet waarin de clubs mee gaan verdienen aan de technologie die je gaat brengen, dan denk ik dat we een goede kans hebben.”