“Met elkaar kunnen we nog veel bereiken als het gaat om snel en duurzaam internationaal vervoeren”

Als organisatie steekt PostNL tijd, energie en geld in het verduurzamen van hun operatie. Iedere dag een beetje duurzamer is dan ook het motto. En dat houdt niet op bij de grens. ‘Het wordt steeds makkelijker om in het buitenland zaken te doen. Niet zo gek dat het aantal klanten dat internationaal handelt toeneemt. Doordat we in andere landen samenwerken met plaatselijke bedrijven en mensen weten we wat daar de behoeftes zijn. Hierdoor kennen we de voorkeuren en verwachtingen van de ontvanger. Dat is sterk afhankelijk van het land en kan enorm verschillen. Van milieuvraagstukken tot bezorgvoorkeuren, zoals het pakket thuis ontvangen of in een pakketkluis; daar kunnen we ondernemers mee helpen.’

Internationaal samenwerken

Duurzaamheid is meer dan ooit top of mind. ‘De laatste jaren merken we dat – met name verzendende – klanten steeds vaker actief vragen of er ook groene verzendopties zijn, en willen ze weten wat wij kunnen doen om zo min mogelijk CO2 uit te stoten. In de afweging met wie we daadwerkelijk samenwerken, speelt duurzaamheid dan ook eigenlijk altijd een belangrijke rol. We proberen op dit vlak echt van toegevoegde waarde te zijn voor internationale partners, en vice versa. Dat doen we door bijvoorbeeld op de heenweg een vrachtauto te vullen met onze pakketten, en zij de terugweg. Het is een van de manieren om zo efficiënt mogelijk met commerciële partners om te gaan.’

Beter voor het milieu

Anno 2023 is eigenlijk elke nationale postdienst wel bezig met het elektrificeren van voertuigen en zorgen dat ze in eigen land minder uitstoten. Zo ook PostNL, dat een aantal jaren geleden begon met het aantal vliegbewegingen te verkleinen. ‘We verplaatsen van de lucht naar de weg omdat dat beter is voor het milieu. Met elkaar kunnen we nog veel bereiken als het gaat om internationaal duurzaam vervoeren.Denk aan waterstof in vrachtauto’s en elektrificatie van vrachtauto’s. Maar dat bevindt zich nog in de beginfase en is ook de reden dat we kiezen voor een nieuw type dieselbrandstof, namelijk Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). In veel landen om ons heen is er nog niet de mogelijkheid om HVO100 te tanken. Daarom compenseren we onze CO2-uitstoot door onder andere extra HVO100 te kopen en deze ergens anders in het proces te gebruiken.’

Naast wat er op de weg rijdt, kijkt PostNL ook naar de luchtvaartmaatschappijen waar ze mee samenwerken. Zo zoekt de organisatie uit welke vliegtuigen significant minder uitstoten en welke bijvoorbeeld Sustainable Air Fuel (SAF) gebruiken. ‘We kijken naar welk land het meest geschikt is en per bestemming draaien we – binnen de kaders van wat mogelijk is – aan knoppen om zo snel én zo duurzaam mogelijk te leveren. Misschien vliegen we in de toekomst wel op totaal andere brandstoffen. Over dat soort zaken zijn we altijd in gesprek met verschillende luchtvaartmaatschappijen en de overkoepelende luchtvaartorganisatie, IATA. We bespreken waar onze industrie naartoe gaat en welke rol we daarin kunnen hebben als internationale partner.’

Innovatief ondernemerschap

PostNL kijkt continu naar mogelijkheden om te verduurzamen. Zo introduceerde zij inklapbare palletboxen. Deze boxen, waar alle pakketten in kunnen die je – nadat alles bezorgd is – weer inklapt, zijn een mooi voorbeeld van innovatief ondernemerschap. ‘Met de palletboxen gebruiken we minder sealwraps en geen pallets meer, zo kunnen we meer kwijt in een vrachtauto. Ook kunnen we de palletboxen weer terugsturen en hergebruiken. Naast dat het qua ruimte efficiënter is dan pallets zorgen beacons in de palletboxen dat bewegingen beter traceerbaar zijn. En dat helpt weer in weten waar pakketten zijn en efficiëntere routes. Met zo’n ontwikkeling zijn we een frontrunner in de industrie. We laten zien hoe het anders kan. Gelukkig vinden ook steeds meer partners het een goed idee om op deze manier te vervoeren.’

Wereldwijd beleid door kennisdeling

Als onderdeel van het International Post Corporation (IPC), een organisatie van 25 nationale postservices, probeert PostNL anderen te inspireren en te helpen om duurzamer te werken. ‘We zijn continu met elkaar in contact om de laatste innovaties op het gebied van duurzaamheid met elkaar uit te wisselen. Als er in Duitsland ontwikkelingen zijn kijken we hoe we dit ook in Nederland kunnen toepassen’, vertelt Reumerman. Een nog grotere organisatie waar PostNL nauw mee verbonden is, is de United Postal Union (UPU). Deze is onderdeel van de VN en de plek waar alle 192 landen met postale organisaties onderdeel van zijn. ‘UPU is bepalend als het gaat om postale regelgeving, hoe je post behandelt en ook de tarifering’, legt Reumerman uit. ‘Eens in de vier jaar is er een congres waar het wereldwijde beleid wordt vastgesteld. Mede door de wetgeving in Brussel voor Europa speelt duurzaamheid hier soms meer dan op andere continenten. Los daarvan vinden wij en onze klanten dit belangrijk, en dus proberen we steeds weer om dit onderwerp op de agenda te zetten. Gelukkig vindt iedereen dat onze industrie beter en schoner kan dan het nu is. Alleen verschilt de mate waarin per land. Je kunt landen niet vergelijken, maar je kunt wel innovaties met elkaar delen, zoals de palletboxen. Pas als alle bezorgers het gaan gebruiken, dan heeft het impact.’

Keuzemogelijkheden

Reumerman droomt van een wereld waarin klanten straks weten wat de uitstoot is van ieder verstuurd pakket. Daarin spelen veel factoren mee, zoals de grootte van het pakket, wat erin zit, maar ook de uitstoot per land. ‘We vergelijken verschillende partners met elkaar die anders bezorgen, en dat wordt steeds belangrijker. Daarom investeren we in goed meten van CO2 in de hele keten. Maar daar valt in de Benelux en in Europa nog een grote professionaliseringsslag te maken. Het moet straks net zo gewoon worden dat we de CO2-uitstoot per pakket weten als de prijs. Iets wat op dit moment nog moeilijk is. Ik geloof dat als je keuzemogelijkheden geeft, aan zowel de consument als de verzendende partij, deze pas echt een gedegen afweging kan maken. En daar wordt uiteindelijk iedereen beter van.’