Salar al Khafaji (Silk): “Wij willen voor data worden, wat YouTube voor video is”
Iedereen die zich wel eens heeft beziggehouden met het op een aantrekkelijke manier ontsluiten van data weet: dat is niet eenvoudig. Je moet nadenken over structuren en schema’s en het bouwen van een achterliggende database kost veel geld. Maar het Amsterdamse bedrijf Silk biedt een oplossing. Met hulp van deze tool moet het zelfs voor gewone stervelingen mogelijk worden om data te ontsluiten en presenteren. Gratis en zonder al te veel planning vooraf. Met een zelf lerende template die je als het ware automatisch door je data heen leidt en verbanden aanbrengt. Deze week wist Silk met dat idee in Amerika (opnieuw) 1,6 miljoen dollar aan investeringsgeld op te halen. Daarmee staat de teller nu op totaal 3,7 miljoen dollar aan investeringsgeld.
“Silk democratiseert de publicatie van data”
“Venture capital ophalen is hetzelfde als tanken: we willen een roadtrip maken en hebben nu voor een tijdje benzine. Hopelijk halen we het volgende benzinestation.” Met die woorden relativeert mede-oprichter Salar al Khafaji het opgehaalde geld. Niet dat hij het verder luchtig opneemt. Hij heeft grootse ambities. Silk opereert dan ook op een markt waar veel spelers op zoek zijn naar de heilige graal. “De toekomst van het web is dat heel veel informatie op internet ‘machine readable’ wordt. Daar is iedereen mee bezig. Google bijvoorbeeld ook. Wij gaan mensen de tools geven om het makkelijker te maken om informatie te structureren. En als wij een succes worden, worden wij net zo’n platform voor data als YouTube is voor video of Soundcloud voor audio.”
Een groot beursgenoteerd bedrijf dus. Of het mislukt. “De kans is misschien groter dat we uiteindelijk op nul uitkomen. Dat wil natuurlijk niemand. Maar het is niet waarschijnlijk dat we straks een bedrijf zijn dat een miljoen omzet draait: we worden heel groot of niet.”
“Geld is secundair”
Wat vaststaat, is dat wanneer het de komende jaren goed gaat, er eerst nog veel meer investeringsgeld nodig is. Geld dat waarschijnlijk uit Amerika zal komen. Daar bestaan investeringsmaatschappijen, grote beurzen. De huidige investeerder in Silk, New Enterprise Associates, heeft bijvoorbeeld een fonds van 2,4 miljard dollar. “Voor hen is de afweging om wel of niet geld in ons te stoppen niet het bedrag, maar of we hun tijd wel waard zijn. Dat is echt letterlijk hoe zij het zeggen. Geld is secundair. (…) Zij denken: we gaan net zo lang door tot het bedrijf naar de beurs kan. Al kost dat een miljard, dat is prima, als het goed is, rendeert het uiteindelijk. Dat is een mentaliteit die je hier niet echt ziet. Misschien niet onterecht hoor, want zo makkelijk is het niet en zoveel kapitaal is hier niet.”
Toch blijft Silk als bedrijf grotendeels vanuit Amsterdam opereren. Daar werken nu 12 man. Alleen de commerciële tak van de firma zal zich meer op Amerika gaan richten, mede omdat de acceptatie van Silk daar soepeler verloopt. En dat is op dit moment de eerste prioriteit. Het belangrijkste doel voor de komende tijd is massa halen. Er moeten veel meer Silk-sites komen dan de 12.000 die er op dit moment zijn.
“Het aantal gebruikers is belangrijker dan het geld dat daar uit voortkomt ”
Silk kondigde deze week ook Silk for Teams aan. Dat is bedoeld voor groepen gebruikers die hun data niet openbaar willen delen. “Die dragen niet bij aan het ecosysteem. Ze gebruiken wel ons platform en dat wordt een een betaalde dienst: 10 dollar per user per maand. Dus een advocatenkantoor van 50 man betaalt 500 dollar per maand.” Niet omdat het Silk in eerste plaats om het geld te doen is. Er is gekozen voor deze insteek om bedrijven gerust te stellen. Die denken dat een gratis dienst snel weer zal verdwijnen. Betalen wekt vertrouwen. Maar voor Al Khafaji staat het vast: “Het aantal gebruikers is belangrijker dan het geld dat daar uit voortkomt de komende jaren.”
En daar zal nog veel energie in gaan zitten. Want ook al hoef je voor Silk geen database te kunnen bouwen, je moet op dit moment nog steeds kunnen denken in data en structuren. Voor een leek best ingewikkeld. Reden om te werken aan een systeem waarbij dat allemaal niet meer nodig is. “Maar als je bedenkt wat daarvoor nodig is: het is niet heel makkelijk. (…) Maar als het er is, dankzij ons of iemand anders, dan is het net zo’n grote revolutie als toen het web er kwam. En dat maakt het ook zo leuk.”