‘Waarom ik gestopt ben met Twitter’

14 september 2021, 13:00

Ik heb van alles geprobeerd om er zelf iets aan te doen, maar nu moet ik constateren dat ik er gewoon even klaar mee ben

Ik ben weg van Twitter. Misschien wel voor altijd. Ondanks de leuke timeline-community die ik daar heb, kwam er veel te veel giftige negativiteit mijn dagelijks leven binnen. En het is precies dat gif waar het bedrijf zijn geld mee verdient.

Tijdens mijn vakantie ben ik expres weinig online. Het wegleggen van mijn telefoon en het uitzetten of negeren van notificaties helpt me om me te concentreren op het hier en nu. De zonsondergang, zeg maar, in plaats van de foto van de zonsondergang en het leuke commentaar erbij.

Toen ik weer aan het werk ging, lag er dus heel veel mail en werk. Twitter bleef daardoor nog even een weekje dicht. En toen ik, na 5 weken afwezigheid, weer inlogde schrok ik van wat ik aantrof.

Boos, gefrustreerd en angstig

Ik had het natuurlijk daarvoor ook al gemerkt, maar het was een geleidelijke verandering geweest die (net als groeiende kinderen) pas in het oog sprong na een wat langere afwezigheid: iedere ’trend voor mij’ (er is hier dus een suggestie van ‘zorgvuldig data-based gepersonaliseerde content’) was iets waar ik boos, gefrustreerd of angstig van werd.

Alles waar ik op klikte leidde op een of andere manier naar een hooglopende discussie of ruzie. Zelf twitter ik al jaren niet meer over politiek, terwijl dat wel een onderwerp is dat me veel bezighoudt. Ineens ging ik me afvragen: waarom eigenlijk niet? Waarom moet ik een deel van mezelf hier verstoppen, uit vrees voor scheldpartijen?

Wat is er zo moeilijk aan marketing en gitaarvideo’s?

Het idiote is, dat het niet bepaald rocket science is om te achterhalen wat ik graag zie op Twitter: ik reageer op persoonlijke berichten van een inner circle van mensen waar ik veel interactie mee heb en ik klik op artikelen over marketing, ondernemen en belangrijk wereldnieuws. Dat is het. En dat weet zo’n algoritme na 10 jaar gebruik dondersgoed. De vraag is dus waarom Twitter er dan toch voor kiest om me de nieuwste ophef te laten zien over de seksvideo van een presentator die ik niet ken. Of de misogyne reacties op een talkshow die ik nooit kijk.

Hetzelfde geldt voor YouTube. Daar kijk ik voor 95 procent alleen maar video’s over gitaarspelen en bluesmuziek, met heel af en toe een marketing how-to of een laptop- of autoreview. En eens in de 2, 3 maanden een grappig kattenfilmpje. En dat allemaal, vrijwel zonder uitzondering, na 22:00u. Waarom begint zo’n app me dan deze zomer ineens de hele dag updates te sturen om me video’s te laten kijken? En waarom staat mijn recommendations-lijst vol met crashende motoren, jongedames die in het zwembad hun bikinibroekje verliezen en nepnieuws over vaccins? Het antwoord is simpel: dit is content waar veel op geklikt en gereageerd wordt. En als je veel klikt en reageert, kunnen ze je veel advertenties laten zien.

Losse datapuntjes, primitieve algoritmen

Het ergste aan dit alles vind ik nog dat deze grote techbedrijven, met al hun geld en al hun technologie, makkelijk algoritmes zouden kunnen bouwen die mij wél echt vooruit zouden helpen. Ze zouden hun platforms perfect in kunnen richten, zodat iedereen de dingen te zien krijgt waarin ze geïnteresseerd zijn en iedereen een goede ervaring heeft op het platform. Maar met die aanpak zijn twee problemen:

Ten eerste is het een hoop werk. Ik heb heel wat tijd doorgebracht in advertentie-backends van platformen die de pretentie en de reputatie hebben ‘alles’ van hun gebruikers te weten. En dat leidde altijd tot teleurstellingen. Techbedrijven hebben over hun gebruikers vooral heel veel losse datapuntjes, maar de algoritmen die ze gebruiken om die data om te zetten in echte kennis over wat deze mensen beweegt zijn bijzonder primitief. Echt een beeld krijgen wat een individuele gebruiker op een platform wil doen en op basis daarvan de ervaring vormgeven, zou enorme nieuwe investeringen en een totaal andere focus vereisen.

Digitale appelmoes

Gelukkig (voor deze bedrijven) hoeft dat helemaal niet. En dat is het tweede probleem. Want je kunt als tech-reus ook gewoon naar de content kijken. Dat is een stuk simpeler: je kijkt welke content het meeste interactie oplevert en die dump je bij iedereen op de tijdlijn, met het minimum aan personalisatie om mensen niet meteen af te laten haken. Het is het online equivalent van de appelmoes van Van der Valk, waarover de oude Gerrit ooit zei: “Hoezo willen mensen geen appelmoes meer? Je zet het op tafel en ze eten het op, klaar.”

Kortom: waarom zou zo’n bedrijf geld uitgeven om mijn ervaring te verbeteren, als het geld ook binnenstroomt als ze mij gewoon boos, gefrustreerd of angstig maken?

Positiever en productiever

Ik heb van alles geprobeerd om er zelf iets aan te doen. Mijn block- en filterlijsten beslaan meerdere pagina’s. Ik heb zelfs (een ultieme, drastische, laatste-strohalm-maatregel) geprobeerd om via Tweetdeck te twitteren. Maar nu moet ik constateren dat ik er gewoon even klaar mee ben.

Ik heb Twitter dus uitgezet. En ik geniet van de rust, hoewel ik een heleboel mensen daar echt mis. De volgende keer dat ik inlog op Twitter, wie weet om mijn account definitief te sluiten, maak ik een lijst van die mensen en ga ik op zoek naar een alternatieve manier om contact met ze te houden. Een aantal van die contacten zal desondanks verwateren, zoals dat ook gaat als je verhuist of van baan wisselt. Dat is jammer, maar ik merk nu al dat de afwezigheid van al die negativiteit zorgt voor betere, gelukkigere en productievere dagen.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op het persoonlijk blog van IT-copywriter Bouke Vlierhuis

Bouke Vlierhuis
Copywriter voor B2B IT-bedrijven bij boukevlierhuis.nl

Ik help ambitieuze IT-bedrijven groeien met hele goede blogs, whitepapers en webteksten.

Categorie

2 Reacties

    Olivier

    Maar zet dan tenminste Youtube ook uit


    14 september 2021 om 13:34
    boukevlierhuis

    @Olivier Voorlopig kan ik nog niet leven zonder gitaarvideo’s.


    14 september 2021 om 14:24

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!