Wat betekent de digitale disruptie voor onze werkgelegenheid?
“Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen.” – Mattheüs 25:29.
Juist bij diegenen die succesvol zijn, is het het meest waarschijnlijk dat ze die speciale kansen krijgen die tot nog meer succes leiden. Succes is het gevolg van wat sociologen wel accumulative advantage (opstapelend voordeel) noemen. Het Matteüseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hij is gebaseerd op een vers in de parabel van de talenten in het evangelie volgens Mattheüs. De ontwrichtende werking van nieuwe technologieën op markten noemen we ook wel digitale disruptie. Wat gaat dit betekenen voor onze werkgelegenheid. Worden de rijken nog rijker of wordt nivelleren nu echt een feestje?
Vierde industriële revolutie
Het wordt ook wel de vierde industriële revolutie genoemd, The Internet of Things, Big Data, nanotechnologie, the sharing economy en robotica. We staan voor de grootste omwenteling van de arbeidsmarkt sinds 1800 en niemand is voorbereid. Er is al veel geschreven over digitale disruptie (toenmalig Google CEO Eric Schmidt schreef er dit stuk al over in 2010) en hoe we daar op dienen te reageren. Ik wil het in dit artikel dan ook niet hebben over Uber, Airbnb of het nieuwe delen. Innovatie is het elixer van vooruitgang, maar niet iedereen innoveert in hetzelfde tempo. “Adapt or die” is het credo van de voorlopers. Dergelijk Darwinisme is altijd van toepassing geweest in onze economie, maar de veranderingen gaan nu dermate snel dat het maar de vraag is of er niet een ongelooflijke grote kloof gaat ontstaan tussen de volgers en degenen die denken dat deze disruptie wel overwaait.
Omdat ik de geschiedenisboeken niet voor je wil spellen, zal ik het kort houden bij de eerste drie industriële revoluties. Deze drie revoluties gingen achtereenvolgens over stoom, staal en computers. De eerste twee industriële revoluties veranderden ons landschap van een agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Honderd jaar geleden was een groot gedeelte werkzaam als boer. Toch zorgde de industriële revolutie ervoor dat deze boeren elders gingen werken – er kwam geen massale werkloosheid. Als we kijken naar het werkloosheidspercentage in de afgelopen 100 jaar zien we dat een gemiddelde rond de 6 à 7 procent normaal is.
Werkloosheid naar geslacht, 1921–2009, bron: CBS
Het einde van de tweede industriële revolutie ging gepaard met dalende beurzen, sterk oplopende werkloosheid, torenhoge schulden van bedrijven en overheden en de slechte financiële posities van banken. Does it ring a bell? Het zou het heel goed kunnen dat we nu aan het eind van de zogenaamde derde industriële revolutie zitten.
Werkgelegenheid
Wat gaat die vierde industriële revolutie nu betekenen voor onze werkgelegenheid? Als we de parallel trekken naar de andere industriële revoluties, zien we dat innovatie zorgt voor het einde van sommige banen, maar tegelijkertijd creëert het ook nieuwe banen. Er is echter een belangrijk verschil. Waar de eerdere drie revoluties zeer geleidelijk op ons af kwamen, komt de vierde revolutie op ons af met the speed of light.
Reeds in 1930 waarschuwde John Maynard Keynes voor een nieuwe ziekte die hij “technologische werkloosheid” noemde. Zolang de technologie traag en onhandig was, waren de disrupties in evenwicht. Maar nu de technologie voortdurend goedkoper en sneller wordt, ontstaan er disrupties die niet meer in balans zijn. Daarom zouden mensen in de 21ste eeuw volgens Keynes nog maar vijftien uur in de week hoeven te werken. In die uren zouden wij alles kunnen produceren wat we nodig hadden met dank aan de machines, aldus Keynes. Best een mooie gedachte toch?
De traditionele economie voorzag ons van werk en liet onze welvaart flink toenemen. Ondanks de crisis zien we steeds meer ZZP’ers en start-ups. Een op de drie webwinkels heeft nog nooit winst gemaakt en de helft heeft een omzet van minder dan 10.000 euro. De digitale disruptie kostte Kodak de kop, de hotelbranche heeft het lastig en ook de taxiwereld houdt zijn adem in. Elke branche gaat de gevolgen van de digitale disruptie merken.
Het is te vroeg om vast te stellen of de digitale disruptie meer banen creëert dan dat zij kapot maakt. Maar de wereld is veranderd en een heleboel mensen zijn niet meer op zoek naar een baan zoals wij die kennen in de betekenis van de 20e eeuw. Het nieuwe gedachtengoed bestaat uit een omslag van bezitten naar delen. Beter in plaats van meer. Effectief in plaats van efficiënt. Sleutelwoorden zijn innovatie, creativiteit, vrijheid, participatie en zelfredzaamheid.
Dus worden de rijken nog rijker? Dat is maar de vraag, rijk is een gevoel, vermogend is een feit.
Credits afbeelding: Wikipedia (CC)
Beste Edwin,
Een mooi betoog. Soms wat kort door de bocht, maar de conclusie is zeker pakkend! Wij zien dat ook aan de bedrijven die we beschrijven: “innovatie, creativiteit, vrijheid, participatie en zelfredzaamheid”
Dank je wel Anna Roos. Wie is “wij”? Welk bedrijf bedoel ik.
Oh sorry 🙂 Ik bedoel de “Nederlandse Bedrijvengids”. Een blog waarop we schrijven over ‘alle’ Nederlandse bedrijven die ons opvallen, en dat zijn vaak internet startups uit bovengenoemde categorieen.
@ErikStenhuis. Ik zag je reactie via Twitter. Er is veel geschreven over een mogelijk vierde industriele revolutie. Energie wordt wel genoemd, duurzaamheid, voedsel. Persoonlijk vind ik de analyse van Wim Grommen erg sterk, hij schreef dit: Kijkend naar de kenmerken van de fasen waarin maatschappelijke transformatieprocessen zich voltrekken, zou het heel goed kunnen, dat we nu aan het eind van de zogenaamde derde industriële revolutie zitten. Transities zijn doorgaans maatschappelijke transformatieprocessen, die tenminste één generatie beslaan. Transities hebben (Bron: Prof. dr. ir. Jan Rotmans) de volgende eigenschappen:
– het betreft een structurele verandering van de maatschappij, of een complex deelsysteem daarvan;
– er is sprake van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende technologische, economische, ecologische, sociaal-culturele en institutionele ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus;
– het is de resultante van langzame veranderingen (ontwikkelingen in voorraden) en snelle dynamiek (stromen).
Voorbeelden van historische transities zijn de demografische transitie, de verstedelijking en de overgang van kolen naar aardgas, die een transitie in de energiehuishouding impliceerde. Een transitie ligt niet bij voorbaat vast, omdat er gedurende een veranderingsproces altijd sprake is van aanpassen aan, leren van, en inspelen op nieuwe situaties door reagerende personen, groepen en instanties. Een transitie is dus geen wetmatigheid.
Met mijn tweet
‘Vierde Industriële Revolutie of valt dit verhaal gewoon nog onder de Derde?’
bedoelde ik te vragen wat het verschil is tussen die derde industriële revolutie en de vierde.
Je licht de eerste twee revoluties toe (stoom, staal) en schrijft over de derde alleen dat die over computers ging en dat die nu wel eens aan haar einde zou kunnen zitten. Als de vierde ind.rev. inderdaad over energie, duurzaamheid of voedsel gaat, snap ik het verschil, maar in je artikel noemde je zaken die m.i. nog steeds onder ‘computers’ vallen (The Internet of Things, Big Data, nanotechnologie, the sharing economy en robotica).
Dank je wel Erik, ik snap je punt. Stoom werd ook nog wel toegepast in de tweede revolutie en staal ook wel in de derde revolutie. De toepasbaarheid was niet het einde van het tijdperk. Ook toen was er een ontwrichtende werking op hoe arbeid was georganiseerd. En dat is eigenlijk wat je nu ook ziet. Is de 3D printer de vierde industriële revolutie? Ja die valt ook onder het computer tijdperk. Ik denk dat alle innovaties die een sterk ontwrichtend effect hebben op arbeid bijdragen aan wat de vierde industriële revolutie gaat heten. Over 20 jaar zullen we het weten
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!