Zes op de tien mensen heeft toegang tot internet
Het aantal mensen dat thuis toegang heeft tot internet is in de afgelopen vier jaar verviervoudigd. Ruim zes van de tien mensen hebben in 2002 thuis toegang tot internet via een personal computer.
In 1998 was een op de vier pc?s thuis uitgerust met een internetaansluiting. Dit is toegenomen tot drie van de vier pc?s in 2002. Het internet wordt vooral gebruikt om te zoeken naar specifieke informatie en te e-mailen, maar minder om te kopen. Dit blijkt uit onderzoek (pdf) van het CBS.
Veel meer jongeren thuis toegang tot internet dan ouderen
Het aantal personen dat thuis kan internetten is in de afgelopen vier jaar verviervoudigd. In 1998 had 16 procent thuis toegang tot internet. In 2002 is dit gestegen tot 63 procent. Ruim 8 miljoen mensen vanaf 12 jaar hebben inmiddels via een pc toegang tot internet. Aanzienlijk minder ouderen hebben toegang tot internet dan jongeren. Slechts twee van de tien 65-plussers kunnen thuis internetten tegenover bijna acht van de tien jongeren van 12 tot
en met 17 jaar.
Zes van de tien online
Ook op andere plaatsen dan thuis kan men het internet op. In 2002 bezocht bijna 60 procent van alle personen vanaf 12 jaar minimaal een keer per maand het internet. Tweederde van de mannen en de helft van de vrouwen internet maandelijks. Hoogopgeleiden lopen voorop bij het gebruik van internet. Ruim acht van de tien hbo- en universitair gediplomeerden zijn maandelijks online. Dit is vijfmaal zo veel als onder personen met alleen basisonderwijs.
Internet als informatiebron, maar niet als winkel
Het internet wordt thuis vooral gebruikt om te zoeken naar specifieke informatie en om te e-mailen. Chatten is met name onder 12-17-jarige internetters populair. Van hen chat bijna 60 procent, van de internetters van 65 jaar en ouder daarentegen 7 procent. Ruim een kwart van de mensen van 12 jaar en ouder heeft ooit voor priv?-doeleinden iets via internet gekocht of
besteld.