Zorgen om privacy even groot, bereidheid gegevens delen stijgt
De nieuwste editie van de DDMA Privacy Monitor zag gisteren het licht.
De zorgen om online privacy onder Nederlandse consumenten zijn nog net zo groot als 4 jaar geleden: 2 op de 3 Nederlanders (64%) maakt zich hier in meer of mindere mate zorgen om. Wel is er meer bereidheid ontstaan om persoonsgegevens te delen, met name onder de jongere leeftijdsgroepen.
Dat blijkt uit de DDMA Privacy Monitor 2023, die naast een enquête onder 1.000 Nederlanders voor het eerst ook inzichten uit verdiepend, kwalitatief onderzoek bevat. Het bewustzijn van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is sinds de toepassing in mei 2018 verdubbeld (van 28% naar 66%). Toch lijkt dit bewustzijn meer in algemene zin te zijn, niet wat het precies inhoudt. De parate kennis van Nederlandse consumenten over online privacy is beperkt, het onderwerp leeft ook niet echt en roept schimmige associaties op. Bovendien denkt men bij het delen van persoonsgegevens met name aan het actief delen van gegevens in een formulier, zoals een e-mailadres of telefoonnummer, en niet aan passief delen van bijvoorbeeld browsegedrag en locatiegegevens.
Het doornemen van voorwaarden of privacybeleid wordt door consumenten als onnodig complex en tijdrovend gezien. Daarnaast ervaren consumenten een gebrek aan controle: 80% van de Nederlanders geeft aan meer controle te willen over hoe persoonsgegevens worden gebruikt en opgeslagen door organisaties. Mensen hebben het gevoel dat hun invloed beperkt is. Het gevolg hiervan is een gelaten houding en weinig initiatief vanuit de consument.
Transparante data-uitwisseling
Toch zijn de consumenten die pragmatisch (42% van de Nederlanders) en onbezorgd (36%) zijn tegenover online privacy en het delen van data staan in de meerderheid. De consumentenvoordelen en essentie van data-uitwisseling worden steeds meer gezien en het comfort om data te delen stijgt. Dit geldt wel met name voor data waarvan zij zelf bewust zijn dat ze het delen. Er ontstaat een gevoel van onbehagen en wantrouwen als ze een bepaalde activiteit minder goed begrijpen en transparantie vanuit de organisatie ontbreekt, bijvoorbeeld bij het passief delen van gegevens als browsegedrag of gegevens die minder relevant lijken te zijn.
Eigenbelang
‘What’s in it for me?’, is het belangrijkste criterium voor consumenten om bereid te zijn gegevens te delen. De waarde en relevantie van de beloning kan per persoon en situatie verschillen. Recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft aangetoond dat consumenten een voorspelbare afweging maken wanneer en waarom zij data delen. Dit biedt bovendien een verklaring voor de (privacy) paradox, waarbij consumenten aan de ene kant zorgen ervaren als het gaat om hun online privacy, maar toch hun data delen. Zij zetten namelijk de ‘kosten’ af tegen de voordelen die zij zelf kunnen genieten, zoals financieel voordeel of een gepersonaliseerd aanbod.
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in een organisatie is de belangrijkste voorwaarde om over te gaan op het delen van persoonlijke informatie met een organisatie (voor 37% van de Nederlanders). De bekendheid van een organisatie is een belangrijke voorspeller voor vertrouwen. Als een organisatie nog niet bekend is voor de consument, wordt vertrouwen gebaseerd op basis van (online) aanbevelingen/reviews. Als het vertrouwen in een organisatie in orde is, zijn relevantie van de gevraagde data en transparantie vanuit de organisatie essentieel voordat consumenten bereid zijn om data te delen. Diana Janssen, vertrekkend directeur DDMA zegt in het persbericht:
“Ik ben heel blij met dit onderzoek – tevens het laatste onderzoek dat onder mijn leiding bij DDMA wordt gepubliceerd. Door dit onderzoek – en de eerdere DDMA Privacy Monitors die we sinds 2016 hebben gepubliceerd – hebben we een duidelijk beeld van de kennis, houding en het gedrag van Nederlandse consumenten op het gebied van online privacy en het delen van data. Onmisbare kennis voor iedere marketeer, dataspecialist en jurist. Dankzij de toevoeging van de kwalitatieve focusgroepen als onderzoeksmethode kunnen we nog meer verdieping bieden op begrippen als privacy, vertrouwen, controle en transparantie, vanuit het perspectief van consumenten. Ook kunnen we zo aanbevelingen doen aan Nederlandse organisaties over het omgaan met persoonsgegevens.”
Dit artikel verscheen eerder op de website van MarketingTribune en is geschreven door Michiel van Zaane.