Economisch weerbericht (141): Mobiele verleiding in de conceptuele economie
Het ijzer moet je smeden als het heet is. Die spreuk duidt al sinds jaar en dag het moment aan waarop we voldoende zijn warmgelopen om toe te geven aan een bepaalde verleiding. Dan zijn we week en vermurwbaar genoeg om het gedrag te vertonen, dat de verleider voor ogen heeft. De meeste kans daarop bestaat – en sinds de app-phone is dat geen tautologie meer – als we op het juiste moment een propositie kunnen waarnemen. Dat moet wel subtiel gebeuren, want de perceptie van opdringerigheid werkt aversie in de hand. Door alle prikkels die er zijn, worden we steeds eigenzinniger en kieskeuriger, we hebben bovendien geen tijd en in feite hebben we gewoon helemaal niks nodig.
Zeker in een zieltogende economie wint dat laatste inzicht snel terrein. De onweerstaanbaarheid van app-phones heeft hier, na Web 2.0, de beslissende schep bovenop gedaan. Meestal blijft het ijzer daarom koud en valt er niets te smeden. Behalve wanneer het schermdevices en apps betreft. Die dingen zijn meer dan voldoende om elke godganse dag compleet mee te vullen. Daarmee is mobiele verleiding de kroon op de conceptuele economie.
Gegarandeerd onweerstaanbaar
Meestal blijven we ondanks alle opwarmpogingen onberoerd, is in de verste verten onze interesse niet gewekt en ontbreekt elke motivatie om te handelen naar de intentie van de verleider in kwestie. Geen haar op ons hoofd . . . In weerwil van De Grote Recessie echter hebben mobiele multi-touch schermdevices die situatie compleet veranderd. Zelf staan ze bekend als onweerstaanbare verleiders. Ze belichamen namelijk een sublieme mix van hanteerbaarheid, snelheid, zintuiglijkheid, en multimediale communicatie- en interactiemogelijkheden. Als kaleidoscopisch persoonlijk minivenster op de gecombineerde reële en virtuele wereld bieden mobiele multi-touch schermdevices een intimiteit en een rijkdom, die garant staan voor onweerstaanbaarheid. Maar voornamelijk is dat het geval, omdat ze het platform zijn voor een zelfgekozen hotlist van herkenbare pictogrammetjes, die we schermpagina na schermpagina steeds weer met een vingerswipe doorbladeren. Slechts een beperkt aantal apps staan standaard op het schermdevice waarvoor we zijn gevallen. De rest hebben we zelf gratis opgehaald of gekocht. Deze persoonlijke toverdoos met al die intrigerende vakjes waarachter weer werelden schuilgaan, is het ultieme verlengstuk van onszelf: van onze eigen voorkeuren en dingen waarvoor we warm lopen. Zorgen dat iemand op het juiste moment een propositie kan waarnemen, is dus om te beginnen zorgen dat je app in die toverdoos zit. En ja, natuurlijk is een toverdoos DE noodzakelijke innovatie waar we in deze barre economische tijden om verlegen zaten. Met dank aan Steve Jobs. Die presenteerde zijn iPhone net voor het huidige crisiscomplex manifest werd. En zo werden multi-touch schermdevices onze favoriete troost en knuffel 😉
Nooit kon de verleiding beter toeslaan dan op deze manier. De multimediale communicatie- en interactiemogelijkheden die mobiele apps te allen tijde kunnen bieden – mits we voldoende warm zijn gelopen natuurlijk – is voor elke organisatie een gouden kans om de trotse bezitters van multi-touch schermdevices te engagen, te empoweren met een app en zo met ze te connecten. Ze daarvoor warm krijgen is nog wel de minste mits. Dat wijst elk onderzoek uit dat er is en wordt gedaan naar deze unieke combinatie van hardware, software, ergonomie en economie. Binnenkort streeft de uitrol van schermdevices in maten en soorten die van de pc voorbij; het aantal app-downloads loopt straks ten minste in de tientallen miljarden en eenmaal in de ban van een app besteden we daar veel meer tijd dan ooit op het web. Daarmee hebben mobiele schermdevices en hun apps de notie van gadget compleet geherdefinieerd. De unieke nieuwe capaciteiten van hardware en software hebben de begrippen media, multimedia, hypermedia, nieuwe media en sociale media naar de mesthoop van de historie verwezen. Met de komst van mobiele apps zijn die allemaal een volgende revolutionaire fase ingegaan.
Mobiele verleiding en gedragsverandering
De motivatie die uitgaat van de digitale toverdoos, die de hele dag in onze binnenzak brandt, is treffend beschreven in de titel van een boek dat Stanford-hoogleraar BJ Fogg en Dean Eckles in 2007 publiceerden naar aanleiding van de eerste gelijknamige conferentie: Mobile Persuasion: 20 Perspectives on the Future of Behavior Change. De Apple iPhone was net aangekondigd en de App Store bestond nog niet. Maar smartphones waren toen al razend populair. Dat die dingen succesvol gedragsveranderingen zouden veroorzaken – die potentie werd toen al volmondig onderschreven. Bij de introductie van de iPhone 4, in juni 2010, bracht Steve Jobs het succes van schermdevices en apps op de gecombineerde noemer van technologie en vrije wetenschappen (Liberal Arts). De bekende economische notie van Science, Technology & Innovation (STI) is wat minder sexy maar komt welbeschouwd op hetzelfde neer. Jobs verwoordde het devices- en softwaresucces van Apple als volgt:
“We’ve always tried to be at the intersection of technology and liberal arts, to be able to get the best of both, to make extremely advanced products from a technology point of view, but also have them be intuitive, easy to use, fun to use, so that they really fit the users – the users don’t have to come to them, they come to the user.”
Conceptuele economie
Jobs zei het niet met zoveel woorden, maar de juiste balans vinden in technologie en vrije wetenschappen is de basis van wat de Conceptual Economy of Conceptual Age is gaan heten. De achterliggende gedachte is, dat met name in onze geglobaliseerde wereld de mix van creativiteit, innovatie en ontwerp bepalend is voor de concurrentiekracht van organisaties: Science, Technology & Innovation wederom. In 1997 benadrukte FED-president Alan Greenspan al het economische belang van conceptual output en in zijn bekroonde boek uit 2005, getiteld A Whole New Mind: Why Right-brainers Will Rule the Future, noemde Daniel Pink de ontwikkeling van de volgende zes factoren doorslaggevend om succesvol te zijn in de huidige Conceptual Age, die volgt op de Information Age. Het zijn: Design, Story, Symphony, Empathy, Play en Meaning.
Fast Forward, Fun Factor, Fancy Farming en Frantic Focus
Deze inzichten kunnen we omzetten in het navolgende achtarmige strategiemodel. Dat duidt als het ware de ballen aan, die organisaties in de lucht moet houden bij hun Mobile Persuasion-activiteiten: bij innovatie, gericht op en vanuit schermdevices en apps. De noemers zijn achtereenvolgens met de klok mee: Fast Forward, Fun Factor, Fancy Farming en Frantic Focus. In de velden ertussen staan de activiteiten: de branding van business-services, de ondersteuning van bestaande business; verbetering door nieuwe kansen te spotten en te gelde te maken, en uiteindelijk de ontwikkeling van nieuwe business.
Acht armen, tien aanscherpingen en tien vragen
De algemene Engelse term voor innovatie, gericht op en vanuit schermdevices en apps is Appification en in dezelfde adem valt dan ook meestal de volgende trits van vier: Socialization, Localization, Groupification en niet in de laatste plaats Gamification. Voor de hand liggende categorieën in het verlengde daarvan zijn vervolgens Monetization en Viralization. Met het oog op de toekomst kunnen we hier in het kader van Mobilization nog Ecosystemization en Transsectoralization aan toevoegen. Zo hebben we een tiental conceptuele aanscherpingen om in ons achtarmige model rekening mee te houden bij de begeleiding van mobiele app-ontwikkeltrajecten. Allemaal moeten we ze beschouwen in het licht van beproefde basismodellen, zoals de Five Forces en de Value Chain van Michael Porter; de Blue Ocean Strategy, bedoeld om de concurrentie buitenspel te zetten; en niet te vergeten Six Sigma. Die aanpak is nog afkomstig van Motorola, het bedrijf dat tegenwoordig onder de Google-paraplu mee-innoveert aan Android-toestellen en -apps.
Met name transsectorale, ecosystemische innovatie moet op termijn een grote rol gaan spelen op mobiele platforms. Overal ter wereld worden er momenteel inmiddels ruim tachtig nationale breedbandagenda’s ingevuld om de basis te leggen voor sectoroverschrijdende maatschappelijke en economische digitale innovaties, waarbij mobiel een grote rol zal spelen. Veel organisaties zullen daar niet op willen wachten en ontwikkelen een eigen strategie voor schermdevices en apps. Het volgende complex van tien brandende vragen is momenteel leidend om van strategie te komen tot ontwikkeling, uitrol en support:
– Is uw business- annex sectormodel klaar voor de toekomst?
– Op welk digitaal gedrag heeft u nog geen antwoord?
– Is een verrassingsaanval van nieuwe toetreders mogelijk?
– Ziet u brood in een mobiele business-strategie?
– Wat wil uw klant op welke locaties doen met uw informatie?
– Kiest u voor eenwegverkeer, voor tweeweg of voor de communityweg?
– Hoe “social” is uw app-strategie?
– Met welke partners wordt uw mobiele-innovatie-aanpak sterker?
– Wat als u een deel van de controle in de handen van anderen legt?
– Hoe krijgen uw apps de aandacht, die u wenst?
App-overload
Met name dat laatste is een issue. Er mag dan een onweerstaanbare verleiding uitgaan van mobiele schermdevices en apps – de overload van miljarden apps die er nu al is plus het geprognotiseerde app-downloadvolume van in totaal 48 miljard in 2015 (volgens In-Stat), 98 miljard (volgens Berg Insight) of zelfs ruim 182 miljard (volgens IDC) tart elke beschrijving. Organisaties en individuen zullen de markt overstelpen met apps. Gebruikers zullen ze gratis of betaald downloaden maar voor het grootste deel weer weggooien of onderbenut laten. Elke nieuwe digitale ontwikkeling lijkt een grotere mismatch tussen de vraag en aanbod van aandacht met zich mee te brengen. Eigenlijk kunnen we met duizend apps al ruimschoots alle manieren afdekken, waarop we onze schermdevices ooit zouden kunnen gebruiken. Die spiegel houdt Harvard Business School-hoogleraar Thomas Eisenmann ons voor. Martin Cooper, de uitvinder van de mobiele telefoon, oordeelde eerder dit jaar op een vergelijkbare manier:
“Health apps are superficial and incomplete. It’s so easy to come up with an app that attacks the surface or the easy stuff. To create something that people will really use is hard. This issue of which platform has got more apps is humorous. This discussion over the hundreds of thousands of apps is a signal of immaturity in the wireless industry. That might apply to telemedicine too. We’re not going to be able to consider that a mature discussion until we can measure an app to determine what good it’s doing. If you’ve got 100,000 apps, you know that 99 percent of them aren’t going to work. And that’s very confusing for consumers.”
Dat de Conceptual Economy een consumptiemaatschappij van nog meer overvloed met zich mee zou brengen, weten we al jaren. Maar dat die overvloed met schermdevices en apps zulke vormen zou aannemen, gaat elk voorstellingsvermogen te buiten. Toch zullen we mee moeten in die nieuwe digitale mallemolen van Engage, Empower en Connect. Zelfs Martin Cooper en Thomas Eisenmann. Met je tijd mee moeten is namelijk geen imperatief maar simpelweg het meest platte feit dat we kennen.