Anouk Binkhuysen (Faqta): “Wij zijn de Netflix van het onderwijs”

19 februari 2018, 15:39

Fast Moving Targets in gesprek over video als lesmethode op basisscholen

Het onderwijs op basisscholen is in een halve eeuw tijd nauwelijks van vorm veranderd. Nog altijd staat in negen van de tien gevallen een docent voor de klas die via boeken kennis overbrengt aan pakweg dertig leerlingen. Dat moet anders kunnen, dachten Anouk Binkhuysen en haar twee compagnons. Onder de naam Faqta ontwikkelden zij een lesmethode met video als uitgangspunt.

“Voordat we hieraan begonnen hebben we onderzoek gedaan: hoe leren kinderen? Traditioneel is dat text-based, maar kinderen van vandaag zijn veel meer beelddenkers. Wij ontwikkelen lesmaterialen voor de internetgeneratie. Die kinderen leren anders dan de Generatie X en Y”, zegt Binkhuysen. Faqta maakt daarbij gebruik van al bestaande video, bijvoorbeeld van de NTR. “Filmpjes duren gemiddeld één à twee minuten en daarna gaan ze aan de slag. Het is dus een heel afwisselende interactieve manier van werken en leren. De leerkracht wordt veel meer een coach en kan inspelen op vragen van leerlingen. Wat we willen stimuleren is dat leerkrachten met onze inhoud zelf lessen kunnen maken.”

“Educatieve uitgevers veranderen niet uit angst voor kannibalisme op hun model”

Binkhuysen en haar kompanen werkten aanvankelijk bij de grote educatieve uitgevers van Nederland. Die zijn volgens haar mede schuldig aan de trage veranderingen binnen het vak. “De ontwikkeling van het onderwijs van de toekomst wordt in mijn optiek geremd door de grote uitgevers. Het onderwijs wil wel graag veranderen, maar het is een systeem wat heel erg afhankelijk is van goede hulpmiddelen waar heel veel geld in omgaat. Verandering betekent het kannibaliseren van een model waar de grote uitgevers jarenlang heel veel geld mee hebben verdiend, met als gevolg dat je je hele primaire proces moet veranderen. Dat is voor organisaties waar honderden mensen werken heel erg moeilijk. Het kan eigenlijk alleen maar wanneer je het helemaal buiten de gevestigde orde gaat ontwikkelen en ook gaat kijken: welk primair proces en welk businessmodel past daarbij? Zo zijn we het gestart.”

Aanvankelijk bouwden de drie ondernemers aan een kennisbox waar ouders een abonnement op konden nemen, maar dat project mislukte. Ook een eerste crowdfunding-poging liep op niks uit. Pas nadat Faqta in zee ging met de Utrechtse incubator Utrecht Inc, werd het juiste model gevonden.

Complex product

“We zaten er veel te veel vanuit de inhoud in en nu focussen we ons veel meer op de product-/market-fit”, zegt Binkhuysen. “Wij vervangen leermiddelen en dekken zo’n 20 tot 30% van het curriculum. We hebben nu veertien scholen die ermee starten. Het product is redelijk complex om te maken, maar inmiddels begint de tractie voelbaar te worden. Scholen hebben ook de intentie om dit voor meerdere jaren te gebruiken en het heeft heel veel impact. Je maakt niet alleen een product maar probeert ook aan te sluiten op een visie. Een visie die aansluit op de school en tegelijk op het onderwijs van de toekomst.”

“Onderwijs is een hidden gem voor investeerders”

De aanpak is niet voor iedereen direct en doorslaand succes. “Wat we zien is dat er leerkrachten zijn die ermee weglopen, maar er zijn er ook die moeite hebben met de eigen inbreng, zoals er ook leerlingen zijn die moeite hebben met het zelfstandig bezig zijn. Die hebben veel meer begeleiding en sturing nodig, dus op die vlakken ontwikkelen wij ons product door. We kijken heel erg naar hoe je een ideale les kunt geven, maar de vraag is natuurlijk wat een ideale les ís. Dat moet je samen met elkaar ontdekken.”

Faqta richt zich vooralsnog alleen op de Nederlandse markt, maar sluit uitbreiding in het buitenland niet uit. “Het ging ons er in eerste instantie om de Nederlandse onderwijsmarkt te verrijken met een ander type leermiddel dan wat er op dit moment op de markt is. Onze doelstelling is vooral kinderen een breder aanbod te geven dan alleen taal, rekenen en lezen, dus we kijken ook hoe we die lestijd op een andere manier kunnen invullen. Als we dat succesvol kunnen doen, is ons model ook schaalbaar.”

Onderwijs als black box

Grootste struikelblok op dit moment: het vinden van investeerders. Aanvankelijk draaide Faqta op eigen geld, maar inmiddels zijn er ook wat informals aan boord. Een echte grote investeerder is echter nog niet gevonden. “We merken dat onderwijs bij investeerders een beetje een black box is en de reputatie heeft van een langzame, kleine markt, die moeilijk te innoveren is. Daarom is er angst om in te stappen. Dat is jammer, want het is juist een interessante markt waar elk jaar constant veel geld wordt uitgegeven. Crisis of niet, er wordt altijd geld uitgegeven in het onderwijs. Dus daar besteden we tegenwoordig veel meer geld aan in de pitches en in gesprekken met potentiële investeerders.”

De onderwijsmarkt is veel minder eng dan je als buitenstaander misschien denkt, vindt Binkhuysen. “Het is zonder kennis ook een vreemde markt, maar ik denk dat het een hidden gem is waar door investeerders nog veel te weinig naar gekeken wordt. Dat moet veranderen. Dat is een missie. En we willen over een jaar 120 scholen binnenhalen, dus minimaal het tienvoudige van nu. Dat is onze topprioriteit nummer één.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie
Tags

1 Reactie

    Albert

    Wat een oppervlakkig verhaal. Leren met video’s doen we al heel lang in het onderwijs. Leren met bestaande filmpjes is zo oud als de filmpjes zelf.

    Er zijn veel (gratis!) toepassingen om video-kijken interactief te maken. Van GoogleForms tot H5P of Edpuzzle. Wat is dan nog de toegevoegde waarde van een betaald product?

    Ik heb mijn lerarenopleiding in 1978 afgerond. Toen stonden we al niet meer met een boek in de hand voor 30 kinderen, maar pasten allerlei vormen van differentiatie en gevarieerde didactiek toe. Ict heeft de afgelopen decennia veel extra mogelijkheden toegevoegd.

    En dan beweren dat onderwijs de afgelopen halve eeuw nauwelijks is veranderd? Hmmm.

    Beelddenker? Wie is dat niet? En dat is niet iets van deze tijd. Rembrandt was ongetwijfeld ook een beelddenker. Overigens wordt de term beelddenker al snel met ‘onderwijsmythe’ geassocieerd. Er is namelijk geen wetenschappelijk bewijs voor.

    En lezen doen we nog steeds. Allemaal. Hebt u enig idee hoeveel tekstinformatie er te vinden is op internet? En hoe zich dat verhoudt tot beeldinformatie?

    “Voordat we hieraan begonnen hebben we onderzoek gedaan: hoe leren kinderen?” Eigen onderzoek dat twee eeuwen onderwijsonderzoek evenaart en misschien wel op de kop zet? Hmmm.

    Ik snap die niet-investeerders wel.


    21 februari 2018 om 10:38

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!