De aangrenzende mogelijkheid: is innovatie te voorspellen?

18 januari 2017, 06:00

Alle vooruitgang in kennis is incrementeel van aard. Elk nieuw idee bouwt voort op eerdere ideeën. Innovatie is een van de groeimotoren van onze maatschappij. De constante stroom van nieuwe ideeën zorgt voor de creatie van nieuwe technologieën en de ontwikkeling van nieuwe producten. Interessant is nu dat de wijze waarop innovaties ontstaan, de patronen achter innovatie, wiskundig bewezen zijn

De mythe van creatie

In 1815 publiceerde de Allgemeine musikalische Zeitung een brief van Mozart waarin deze zijn creatieve proces uit de doeken doet. De brief geeft het beeld dat de componist zijn klassieke werken volledig in zijn hoofd componeerde alvorens hij ze kant en klaar aan het papier toevertrouwt:

“Dit alles verwarmt mijn ziel, op voorwaarde dat ik niet gestoord word, dan vergroot mijn onderwerp zich vanzelf, methodisch en gedefinieerd, en het geheel, ook al is het lang, is bijna klaar en volledig in mijn hoofd, zodat ik het in een oogopslag kan overzien, net zoals een mooie foto of een prachtig beeldhouwwerk. Ook hoor ik in mijn verbeelding niet de verschillende onderdelen achtereenvolgens, maar ik hoor ze, als het ware in een keer …. Wanneer ik mijn ideeën opschrijf, put ik ze direct uit mijn geheugen […] Om deze reden, is het vastleggen op papier snel voltooid, omdat alles, zoals ik al eerder zei, al afgerond is; en zelden verschilt het op papier van wat ik mij had voorgesteld in mijn verbeelding.”

Deze brief wordt vaak aangehaald om duidelijk te maken hoe ideeën tot stand komen. De brief is echter een hoax, een verzinsel. Otto Jahn, de biograaf van Mozart, toonde in 1856 al aan dat de brief niet door Mozart zelf geschreven is. Uit andere brieven, die Mozart aan zijn familie schreef, komt namelijk een heel ander beeld naar voren. Ideeën ontstaan niet vanzelf. Componeren is hard werken.

Staan op de schouders van reuzen

Alle vooruitgang in kennis is incrementeel van aard. Elk nieuw idee bouwt voort op eerdere ideeën. De vermaarde automaker Henry Ford verwoordde het als volgt: “Ik vond niets nieuws uit. Ik heb simpelweg de ontdekkingen van andere mensen, waar eeuwen aan werk aan vooraf ging, aan elkaar gemonteerd. Had ik hier vijftig of tien of zelfs vijf jaar eerder aan gewerkt, dan zou ik gefaald hebben. Voor ieder nieuw ding geldt namelijk hetzelfde. Vooruitgang vindt alleen plaats als al de benodigde factoren gereed zijn, en dan is het onvermijdelijk. Het idee dat relatief weinig mensen verantwoordelijk zijn voor de grootste voorwaartse stappen van de mensheid is klinkklare nonsens.”

De aangrenzende mogelijkheid

Dingen zijn dus bij lange na niet zo vanzelfsprekend zoals ze er op het eerste oog uitzien. Stuart Kauffman is een theoretisch bioloog die de oorsprong van het leven en van moleculaire organisatie bestudeert. In 2002 introduceerde hij de theorie van ‘de aangrenzende mogelijkheid’ om de biodiversiteit op aarde te verklaren.

Volgens Kauffman kan een volgende stap in de evolutie alleen genomen worden wanneer allereerst geëxperimenteerd wordt met de aangrenzende mogelijkheden. Levensvormen die mogelijkerwijs functioneel kunnen zijn, ontstaan eerst voordat zij definitief worden geselecteerd. Natuurlijke selectie bepaalt zelf niets, zij kan alleen werken met de materie die aanwezig is. Op conceptueel niveau beschouwt de bioloog François Jacob de evolutie zelfs als een ‘knutselaar’ en niet als een bouwkundige: ook onze lichamen zijn slechts het product van geknutsel, van oude onderdelen die worden samengebonden om iets radicaals nieuws te vormen.

Evolutie is dus ook geen lineair proces, waar de uitkomsten van tevoren te voorspellen zijn, evolutie is een emergent proces. Stapje voor stapje moet uitgevonden worden welke nieuwe combinatie werkt en welke niet. In zijn boek The Nature of Technology uit 2009 trekt complexiteitswetenschapper Brian W. Arthur dezelfde conclusie over de evolutie van technologie: “Iets uitvinden is iets ontdekken in iets wat al bestond. […] [het] bouwt zich organisch uit zichzelf”. Ook dit concept van technologie impliceert dat innovatie niet lineair plaatsvindt, maar dat het radicale discontinuïteiten voortbrengt die niemand kan voorzien.

Briljante ideeën: hoe kom je erop?

In zijn boek Where Good Ideas Come From uit 2010 gebruikt auteur Steven Johnson bovenstaande theorie om te beschrijven hoe nieuwe inzichten behaald kunnen worden uit onbekende terreinen. Johnson definieert ‘de aangrenzende mogelijkheid’ als “een soort van schaduwtoekomst die zweeft boven de randen van de huidige stand van dingen, een kaart van de manieren waarop het heden zichzelf opnieuw kan uitvinden.”

De grenzen van de aangrenzende mogelijkheid worden voortdurend verlegd naarmate ze worden verkend; de aangrenzende mogelijkheid is een nog niet aangeboord potentieel van wat zou kunnen zijn. Het zijn al die dingen: ideeën, woorden, liedjes, moleculen, genomen, technologieën en ga zo maar door, die één stap verwijderd zijn van wat er werkelijk bestaat. Elke nieuwe combinatie leidt op zijn beurt weer tot nieuwe combinaties in het aangrenzend mogelijke.

Het is volgens Johnson het beste te vergelijken “met een huis dat zich op een magische manier met elke deur die ervan wordt geopend uitbreidt. Het begin is een kamer met vier deuren die allemaal leiden naar een volgende kamer waar je nog niet eerder was. Die vier kamers zijn het aangrenzend mogelijke, maar zodra je een van deuren opent en de kamer binnenstapt, verschijnen er drie nieuwe deuren die allemaal leiden naar een splinternieuwe kamer die vanaf het oorspronkelijke beginpunt niet konden worden bereikt. Blijf nieuwe deuren openen en uiteindelijk vertoef je in een paleis.”

In een van zijn zogenaamde ‘espresso-shots’ zegt futurist en filosoof Jason Silva dat hij van het idee van de ‘aangrenzende mogelijkheid’ houdt. Het impliceert een soort van ingebouwd optimisme van hoe we de wereld kunnen bekijken. Het heden is niet gebonden aan wat er is, maar wordt bepaald door de mate waarin onze verbeeldingskracht erin slaagt om de materiële kenmerken van het heden te herschikken.

In Silva’s ogen is de ‘aangrenzende mogelijkheid’ een beweging die het heden voortdurend versnelt. Steeds krachtigere technologieën verkleinen de vertraging tussen wat we kunnen verbeelden en creëren. Hierdoor worden ‘aangrenzende mogelijkheden’ nagenoeg in ‘real-time’ bekrachtigd en vervalt daarmee het onderscheid tussen dromen en realiteit. Dromen zijn niet langer bedrog, maar werkelijkheid.

In zijn boek toont Johnson toont aan dat de snelheid van ideevorming accelereert. Aan het begin van de industriële revolutie kon kennis zich nog maar langzaam verspreiden. Kennis moest letterlijk een enorme afstand overbruggen. Dankzij moderne steden en digitale netwerken speelt afstand tegenwoordig geen rol van betekenis meer. Het zijn vruchtbare omgevingen waarin ideeën gemakkelijk circuleren en met elkaar ‘seks’ hebben, waaruit nieuwe ideeën kunnen ontstaan die de potentie hebben het volgende ‘big idea’ te worden.

Is innovatie te voorspellen?

Innovatie is een van de groeimotoren van onze maatschappij. De constante stroom van nieuwe ideeën zorgt voor de creatie van nieuwe technologieën en de ontwikkeling van nieuwe producten. Zonder innovatie geen vooruitgang. Tot op heden is het proces van innovatie een mysterie gebleven. De aangrenzende mogelijkheid is niet meer dan een mooie anekdote.

Interessant is nu dat de wijze waarop innovaties ontstaan, de patronen achter innovatie, wiskundig bewezen zijn. In een onlangs verschenen paper wordt onomstotelijk aangetoond dat de aangrenzende mogelijkheid niet slechts een grappig verhaaltje is, maar ook echt bestaat. Nieuwigheden – dingen die reeds bestaan, maar nieuw zijn voor een individu, zoals het voor het eerst luisteren naar een bestaande song – en innovaties – dingen die nog nooit bestaan hebben en dus compleet nieuw zijn voor de wereld – laten hetzelfde patroon zien.

De auteurs van het paper hopen hiermee een eerste aanzet gemaakt te hebben om ‘een dieper inzicht’ te krijgen in hoe innovatie nu werkelijk tot stand komt. Misschien is in de toekomst innovatie slechts een afgeleide van een wiskundige formule en kunnen we nieuwe innovaties daarmee voorspellen en beheersen.

Sander Duivestein
Topspreker / Trendwatcher / Auteur / Columnist bij Sogeti

Sander Duivestein is professioneel spreker, trendwatcher, internetondernemer, adviseur, auteur en columnist over de impact van nieuwe technologie op mens, bedrijf en maatschappij. In dienst van VINT (het Verkennings Instituut Nieuwe Technologie van ICT-dienstverlener Sogeti) heeft hij aan meerdere onderzoeken meegewerkt. In de afgelopen jaren schreef hij meerdere boeken en rapporten over Bitcoin, Internet of Things, Wearables, Big Data, Social Media, Mobile, Cloud en de economische crisis. Sander is veel in de traditionele media terug te vinden. Regelmatig wordt hij gevraagd om zijn opinie in dag- en weekbladen, op de radio en op televisie te delen. Zo was hij onder andere te gast in Pauw en Witteman, Brandpunt en Nieuwsuur.

Categorie
Tags

1 Reactie

    Roeland Loggen

    Mooi artikel, dank.

    Ik vind wel dat er een verschil is tussen het concept nieuwe ideeën en het concept innovatie.

    Verhelderend is het concept van aangrenzende mogelijkheden en expirementeren. Nu bijv sterk zichtbaar bij ontwikkeling van virtual reality, de producten buitelen over de markt heen, allemaal net iets anders.

    Maar innovatie gaat over adoptie: welk idee overleefd omdat we het een plaats in ons (bedrijfs)leven willen geven. En dat voorspellen lijkt me complex.


    28 januari 2017 om 13:01

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!