Interactieve print, de toekomst voor tijdschriften?
In de afgelopen tijd zijn een aantal bekende Nederlandse initiatieven rond interactieve tijdschriften (VIVA, AutoWeek, Veronica Magazine) afgebouwd. Reden: ze kosten teveel tijd en teveel geld om te maken en het leverde – op die paar enthousiastelingen na – niet genoeg extra lezers op. De tijdschriftmakers staan niet te popelen om cijfers naar buiten te brengen, maar het lijkt veilig om te veronderstellen dat de meeste tijdschriften (net als bij boeken) nog gewoon op papier worden gelezen. Maar wat moeten we dan, als print een moeizame toekomst tegemoet gaat en consumenten ook nog niet klaar zijn voor interactieve tijdschriften?
Dit gecombineerde artikel verscheen eerder als twee artikelen op iPadclub en iPhoneclub, respectievelijk geschreven door Gonny van der Zwaag en Bastiaan Vroegop.
Zo slecht gaat het niet met de tijdschriftenwereld
Op zich bevindt de tijdschriftenwereld zich nog helemaal niet in een crisis, als je de cijfers uit de branche mag geloven. Nederland telt zo’n 1.200 publiekstijdschriften en er zijn zo’n 12,5 miljoen Nederlanders die ze lezen, blijkt uit de NOM Print Monitor 2011. Volgens HOI hebben consumenten vorig jaar 430 miljoen tijdschriften gekocht. En er mogen best reclames in staan: 47% vindt dat zelfs nuttig. Sterker nog: gesponsorde content vinden de lezers geen enkel probleem. Het wordt hooggewaardeerd en is effectief, zo ontdekte de (misschien niet helemaal objectieve) branche-reus Sanoma Media in een eigen onderzoek.
Als je de HOI-cijfers 2011 ziet hoeft de tijdschriftenbranche zich helemaal niet opnieuw uit te vinden: de cijfers nemen wat af bij de computerbladen en bij een paar meisjes- en vrouwenbladen, maar bij hippe tijdschriften als Foodies en LINDA zit de groei er nog lekker in en zelfs bij traditionelere magazines als Knippie, Magazine, De Groene Amsterdammer, Quote en Elsevier is groei. We lezen graag op de bank, bij de kapper, aan de eettafel, buiten, in bed en op het toilet, blijkt uit het onderzoek ‘Contact’ van NUV/GPT. Allemaal plekken waar je met een papieren tijdschrift of met een iPad even goed af bent (behalve dan bij de kapper, waar je meestal je iPad niet mee hebt).
Als we uitgaan van tijdschriften, is interactieve print van Layar dan the way to go?
Layar Creator
Layar kondigde deze week Layar Creator aan, een hulpmiddel om interactieve print te maken. Daarmee wordt de iPad eigenlijk weer buiten spel gezet. Uitgangspunt zijn papieren tijdschriften, die op allerlei plekken zijn voorzien van extra content. Je pakt je smartphone met Layar, drukt op een knop om een foto te maken en Layar laat zien welke extra content er is. Op die manier kun je vanuit een papieren artikel linken naar een website. VT Wonen gebruikte het bijvoorbeeld om kooplinkjes bij allerlei meubelstukken te tonen. LINDA, Power Unlimited, Eppo en NRC.next zijn al met Layar aan de slag gegaan. LINDA heeft beloofd om een jaar lang verrijkte tijdschriften te gaan aanbieden en hetzelfde geldt voor de VPRO Gids. In het tijdschrift Eppo kun je zien hoe de strips tot stand zijn gekomen.
De nieuwe web-applicatie Layar Creator maakt het mogelijk om zelf dit soort multimediale content te creëren voor een eigen tijdschrift, krant of andere uitgave. Door een afbeelding of PDF-bestand van een pagina te importeren in Layar Creator, kun je aangeven wat er precies moet verschijnen wanneer een Layar-gebruiker zijn iPhone-camera op het blad richt. Op deze manier kun je bijvoorbeeld knoppen naar websites of video’s tonen bovenop je blad. Eerder maakte VTwonen nog gebruik van Layar Creator om een koopknop bij alle afgebeelde meubelen te laten zien, zodat je makkelijk direct kunt bestellen. Ook kun je vanuit Layar Creator bijhouden hoe vaak welke pagina’s precies gescand worden. Op deze manier krijg je een idee hoeveel effect het maken van de verrijkte pagina’s precies heeft.
Gaat Layar het maken?
Layar is ook geschikt voor de iPad, maar in de praktijk is het gemakkelijker om tijdens het doorbladeren van het tijdschrift je iPhone in de aanslag te houden om meteen naar content te scannen. Of het gaat aanslaan zullen we pas over een paar maanden weten. Het lost in ieder geval niet het tijdsprobleem op: redacties die klaagden dat het maken van filmpjes en andere extra content zoveel tijd kostte en door de bestaande ‘bemanning’ moest worden uitgevoerd, halen met Layar niet het ei van Columbus binnen. Misschien werkt het iets efficiënter dan met Woodwing of andere oplossingen voor interactieve tijdschriften, maar de filmpjes, animaties en webpagina’s moeten nog steeds gemaakt worden.
Over het tweede probleem (consumenten die nog niet willen) valt nog weinig te zeggen. Inmiddels is 65% van de verkochte telefoons in Nederland een smartphone, maar daar zitten ook een hoop mensen bij die nauwelijks in staat zijn om de NU-app te installeren. Gewoontes zijn moeilijk te veranderen en of we voortaan bij het pakken van een tijdschrift ook meteen de smartphone erbij pakken om te scannen of er nog leuke extra’s inzitten is een gewoonte die we maar langzaam zullen aanleren.
Ik kan me ook voorstellen dat Layar een extra dimensie geeft aan folders. Bijvoorbeeld de Expert folder waarbij extra info over product kan krijgen en …kan bestellen.